Bouwhistorische verkenning boerderij Kantoorweg te Maastricht

boerderij Kantoorweg Maastricht, rijksmonument achttiende eeuw, herbestemming rijksmonument

Boerderij Kantoorweg 4 Maastricht

Rijksmonument

 

Opdrachtgever

Particulier

 

Uitvoering

Bouwhistorische verkenning

2021


Even ten westen van de Provinciale weg N588 van Maastricht naar Maaseik, ligt, op een steenworpafstand van de Belgische grens, een klein cluster agrarische gebouwen, waaronder de boerderij Kantoorweg 4. Kantoorweg 4 is een rijksmonument. In 2000 is, naar aanleiding van een door een voormalige eigenaar beoogde verbouwing, een bouwhistorische quick scan naar de boerderij opgesteld. De huidige eigenaar wenst de schuur van het gebouw te herbestemmen tot studio. Vanwege de status als rijksmonument stelt de gemeente als vereiste dat de bouwhistorische verkenning uit 2002 wordt geactualiseerd.

 

Achttiende-eeuwse boerderij

De boerderij Kantoorweg 4 vormt tezamen met Kantoorweg 5 van oorsprong één samenhangend agrarisch complex en kan aan de hand van de jaarankers worden gedateerd in 1780. Dit jaartal wordt onderbouwd door een reeks voorhanden zijnde historische kaarten. De boerderij werd gebouwd langs de oude weg van Maastricht naar Maaseik (en door naar Nijmegen): een tot de Romeinse tijd terug te voeren heirbaan. Het oorspronkelijke woonhuis had een symmetrische opzet, bestaande uit een centrale gang, met aan weerszijde een tweetal kamers. In het linkerdeel van het hoofdvolume, ter breedte van de twee linker vensterassen, lagen oorspronkelijk de stallen.

 

Het complex werd aan het eind van de negentiende eeuw gesplitst in twee eenheden. De scheiding lag bij de noordelijke gangmuur. Het nieuwe Kantoorweg 5 heeft zich nadien tot volwaardige, op zichzelf staande boerderij ontwikkeld, waarbij onder andere in 1902 een grote, nieuwe schuur werd gebouwd. De ontwikkelingsgeschiedenis en de vroege splitsing is aan de samenstelling van de volumes en de verschillen in detaillering nog duidelijk herkenbaar. Ondanks de splitsing is de boerderij, zowel wat betreft typologie  (nummer 3 en 5 als geheel) als detaillering (hardstenen vensteromlijsting met getoogde bovendorpel, voorzien van een sluitsteen) een representatief voorbeeld van een grootschalige laat-achttiende-eeuwse boerderij.

 

De huidige cementpleister met schijnvoegen bij de voorgevel is in de vroege interbellumperiode aangebracht, waarbij het werk bij nummers 4 en 5 op verschillende momenten is uitgevoerd: de voegen liggen niet op één lijn. Met het pleisteren van de wand heeft men de gevel als geheel meer cachet willen geven. Boven de hardstenen vensters op de begane grond zijn in de pleister segmentbogen aangebracht. Op de verdieping is op dit moment rond alle vensters in de cementpleister een omlijsting aangebracht. 

Een oude foto laat zien dat de twee linker gevelopeningen oorspronkelijk geen hardsteen hadden, maar een in de pleister aangebrachte omlijsting. We kunnen hieruit opmaken dat deze twee gevelopeningen inferieur waren en vermoedelijk tot aan de splitsing van de boerderij toegang gaven tot een stal. Deze oorspronkelijke hiërarchie in de gevel(openingen) is bij de verbouwing van 2002 enigszins verstoord. De twee linker gevelopeningen, waaronder een voormalige deur, zijn op dat moment voorzien van een hardstenen vensteromlijsting die in opzet gelijk is aan de oorspronkelijke exemplaren. Alleen de kleur van de hardsteen en het ontbreken van de luiksponning bij de onderdorpels, laat zien dat dit een moderne toevoeging is. Met uitzondering van de voordeur, zijn in 2002 alle vensters vernieuwd. 

 

In het interieur zijn bij de verbouwing uit 2002 alleen de haaks op de voorgevel geplaatste muren behouden. Binnen deze structuur is in 2002 een nieuwe indeling gerealiseerd en zijn diverse nieuwe doorgangen aangebracht. De kelder met tongewelf en hardstenen trappartij, het troggenplafond in de gang en aangrenzende woonkamertravee, bestaande uit zware houten (eiken of olmen) moerbalken en troggen op houten (eiken of olmen) liggers, zijn terug te voeren tot het oorspronkelijke plan, evenals het op de grens met buurpand Kantoorweg 5 gelegen spant met gestapelde gebinten. Los van deze bouwhistorisch waardevolle elementen is de historische belevingswaarde van het interieur als geheel, laag.

 

Bij een brand in 1953 werd het gehele stalinterieur, inclusief de kap verwoest. Bij de herstelwerkzaamheden werd het volume voorzien van een nieuwe kap. De nok van de nieuwe kap ligt een aanzienlijk stuk lager dan de oorspronkelijke situatie. Dit is duidelijk zichtbaar op een foto uit 1962. Bij de werkzaamheden in 1953 werden ook de links van de poortopening gelegen staldeur en het betonnen stalvenster aangebracht. In 2002 heeft de stal opnieuw een geheel nieuwe inrichting gekregen.