Agrarisch perceel
Achterdijk Erp
Opdrachtgever
Agrarisch bedrijf
Uitvoering
Cultuurhistorisch onderzoek
2016
Samenwerking
Het Archeologie Bureau
Tussen de dorpskern van Erp en de ten zuiden gelegen Aa, bevindt zich een open agrarisch gebied dat op de overgang tussen het beekdal en enkele dekzandruggen is gelegen. In de oostelijke oksel van de Aa en de Achterdijk bevindt zich een groot perceel landbouwgrond (circa 6 hectare).
Het betreffende perceel omvat een hoger gedeelte (een voormalige es) met aan de zuid-, oost- en noordzijde enkele lagere plekken (voormalig beekdal). Deze laatste zijn vanwege de lagere ligging en de bodemopbouw erg drassig. De opdrachtgever wenst de meest drassige plekken binnen het perceel, dat volledig wordt gebruikt als akker, ietwat op te hogen. Hiervoor zal het hoogste gedeelte binnen het terrein met maximaal 20cm worden afgegraven. De voorgestelde werkzaamheden omvatten circa 5000m3 grondverzet binnen het perceel.
Bestemmingsplan
In het vigerende bestemmingsplan wordt het terrein aangeduid met de dubbelbestemming ‘agrarisch met waarden’. In artikel 4 (bestemmingsomschrijving), lid 4.1, sub k, wordt vermeldt dat deze gronden bestemd zijn voor behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van landschappelijke en cultuurhistorische waarden in het algemeen en in het bijzonder:
Het zuidelijke gedeelte van het perceel aan de Achterdijk is aangeduid als ‘beekdal’, het noordelijke gedeelte als ‘oude akkers’. Dit betekent dat rekening dient te worden gehouden met aanwezige cultuurhistorische waarden. Ten behoeve van de dubbelbestemming, heeft de gemeente verzocht dat, naast een al uitgevoerd archeologisch onderzoek, ook een cultuurhistorisch onderzoek wordt verricht als onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning.
Belangrijkste bevindingen
Al met al kan worden geconcludeerd dat binnen de contouren van het huidige perceel in de loop van de tweede helft van de twintigste eeuw gedurende verschillende etappes aanpassingen zijn gedaan en is van de beleving van een vooroorlogs kleinschalig/divers agrarisch landschap geen sprake meer. De huidige glooiingen in het landschap moeten dan ook vooral worden beschouwd als ingrepen uit de ruilverkaveling om het kleinschalige landschap te ‘beteugelen’