Bakkerstraat 11a Arnhem

Bakkerstraat 11a Arnhem, gemeentelijk monument, bouwhistorie laatmiddeleeuwse casco

Bakkerstraat 11a te Arnhem

Gemeentelijk monument

 

Opdrachtgever

Commerciële partij

 

Uitvoering

Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek

Aanbevelingen

Effecttoets

2009

 

Architect

Geesink Weusten Architecten


Aanleiding voor het onderzoek is het plan van de eigenaar om het gebouw, een gemeentelijk monument, te restaureren, verbouwen en aan de achterzijde uit te breiden. De werkzaamheden zijn tweeledig: op de begane grond wil de opdrachtgever de bestaande winkelruimte opwaarderen en uitbreiden; de verdieping zal worden herbestemd als een tweetal wooneenheden. Voorafgaand aan de werkzaamheden wilde de opdrachtgever inzicht in de aanwezige cultuur- en bouwhistorische waarden om zo tijdens het ontwerpproces verantwoorde keuzes te kunnen maken.

 

Ontstaan stadspand

Zoals blijkt uit enkele decoratieve zeventiende-eeuwse kaarten, stond op de plaats van het huidige Bakkerstraat 11a al een volume. Aan het eind van de zeventiende of begin achttiende eeuw wordt dit gebouw (en enkele aangrenzende volumes) opgenomen in een veel grotere stadswoning. Het nieuwe gebouw bestond uit het huidige nummer 11, 11a en 11b en telde negen vensterassen en twee verdiepingen onder een schilddak. Bouwsporen tonen aan dat bij het ontstaan van dit nieuwe stadspand, delen van de oudere volumes zijn behouden. Zo bevinden zich onder het huidige Bakkerstraat 11a twee afzonderlijke kelders met tongewelf. Op zolder van nummer 11a zijn twee van de oostelijke spantbenen ietwat meer naar het westen (naar de straat) geplaatst, wat suggereert dat de nieuwe spanten moesten aansluiten op al bestaande achtergevels. Mogelijk zijn ook (delen) van de oude scheidingsmuren behouden. Het grootse gebouw heeft zeer waarschijnlijk een (deels) symmetrische gevelopbouw gekend. Het eigenlijke huis bestond uit zeven assen, waarbij de entree in de centrale as was geplaatst. Dit is vandaag de dag nog herkenbaar aan de ligging van de gang op de verdieping en tot de tweede helft van de vorige eeuw ook op de begane grond. De twee zuidelijke vensterassen (nu Bakkerstraat 11b) zouden op de begane grond een poortdoorgang hebben omvat. Op enige afstand van dit huis stonden twee achterhuizen. Beide huizen zijn laat-middeleeuws en hebben nog de oorspronkelijke kapconstructies. Het westelijke huis is het oudst en heeft aan de oostelijke zijde een trapgevel. Normaliter waren trapgevels aan de Schauseiten (dus aan de straat) geplaatst. De aanwezigheid van de trapgevel aan de ‘achterzijde’ van het complex kan suggereren dat dit volume oorspronkelijk uitkeek op een hofje (zoals ook zichtbaar op zeventiende eeuwse kaarten). Het tweede achterhuis is van latere datering en lijkt als uitbreiding op het westelijke volume te zijn gebouwd. Oorspronkelijk zal hier ook sprake zijn geweest van een topgevel. In tegenstelling tot het eerste achterhuis, bevatte dit volume geen stookplaatsen tegen de topgevels.

 

Uitbreiding van het complex

In de loop van de achttiende eeuw werd het complex aan de achterzijde aanzienlijk groter. Zo stond tegen de achtergevel van het oostelijke achterhuis nog een volume. Het achterhuis  zal vermoedelijk geen schilddak hebben gekend, maar een topgevel. Ook heeft de achtergevel een andere indeling gehad. In de achttiende eeuw is ook de ruimte tussen het voor- en achterhuis gevuld. De ruimte tussen het schilddak van het hoofdvolume en de topgevel van het achterhuis werd overdekt door de nog aanwezige steekkap. In de oksel van het voor- en achterhuis werd een ‘torentje’ gebouwd. Deze werd opgetrokken als onderdeel van de constructie van de steekkap. Dit kleine volume was noodzakelijk om de plattegrond van het verdiepte voorhuis zo gelijkmatig (lees rechthoekig) mogelijk te houden. In de topgevel van het ‘torentje’ zijn sporen van een oude gevelopening zichtbaar. Het is zeer waarschijnlijk dat hier een hijsinstallatie heeft gezeten. Op deze wijze konden goederen die via de onderdoorgang in de twee zuidelijke vensterassen het terrein opkwamen, meteen naar zolder worden gehesen.

 

Splitsing en afbraak

Omstreeks 1850 is het overgrote deel van het pand op het achterterrein afgebroken. Tijdens deze fase kwam de achtergevel van het oostelijke achterhuis vrij te liggen en kwam ook een deel van de noordelijke gevel van beide achterhuizen in het zicht. Hierbij zal ook de huidige indeling van de achtergevel zijn ontstaan. Omstreeks 1880-1885 wordt het complex gesplitst. Bakkerstraat 11 wordt afgescheiden van het pand.  De eenheid tussen nummer 11 en 11a is aan de gevel nog herkenbaar. Het dak van nummer 11 is echter vervangen door een dak met aanzienlijk lagere nokhoogte.

 

Woon-winkelpand

Omstreeks 1885 wordt Bakkerstraat 11a verbouwd tot woon-winkelpand. Het volume krijgt een rijk geornamenteerde, eclectische pui, het interieur wordt gewijzigd en voorzien van een luxe afwerking. De bovenwoning is bereikbaar via de begane grond en een breed trappenhuis met bordestrap, ondergebracht in het eerste achterhuis.

 

Verbouwingen in de tweede helft van de twintigste eeuw

In 1960 wordt het pand zowel aan het exterieur als in het interieur grondig verbouwd. Er wordt een nieuwe pui geplaatst en in het interieur verdwijnt een aantal muren. De versobering van het interieur zet door tijdens latere verbouwingen: het trappenhuis verdwijnt en meerdere muren worden gesloopt, waardoor een open winkelruimte ontstaat.


Op de verdieping is nog een aantal elementen dat herinnert aan de vervlogen welvaart van het pand. Op de begane grond is een belangrijk deel van deze luxe in de vorm van een bijzonder stucwerkplafond nog wel aanwezig, maar gaat het verscholen achter een verlaagd plafond.

 

Toekomst

De opdrachtgever wil het pand een deel van zijn allure teruggeven. De open indeling van de begane grond blijft en de ruimte van het achterterrein wordt bij de winkel betrokken. De huidige voorgevel wordt vervangen door een exemplaar dat in hoofdopzet is geïnspireerd op de pui uit circa 1885. De verbinding tussen het achterhuis en de nieuwe toonruimte wordt op een dusdanige manier gerealiseerd dat de beleving van de ontwikkelingsgeschiedenis behouden blijft. Op de verdieping wordt een tweetal appartementen gerealiseerd. Ook hier zal de aanwezige historie als uitgangspunt dienen voor de ontwikkelingen.