Boerderij De Notel

boerderij De Notel, rijksmonument, Notelstraat 6 Oirschot

Boerderij De Notel

Notel 6 Oirschot

Rijksmonument

 

Opdrachtgever

particulier

 

Uitvoering

Financieel plan Monumenten

Waardenmatrix op detailniveau

201


Aanleiding tot het opstellen van een FIP Monumenten (Financieel Plan Monumenten) voor Notelweg 6 te Oirschot, de Notel, is het voornemen van de eigenaar om de boerderij te restaureren en verbouwen.  In dit verband heeft de eigenaar Res nova Monumenten verzocht een overzicht op te stellen van de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden en het fiscale traject in kaart te brengen. Een en ander heeft geresulteerd in een rapport waarin het overzicht van noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden met kostenbegroting is opgenomen en een splitsing is gemaakt tussen de als fiscaal aftrekbare onderhoud posten/bedragen en de kosten die als (fiscale) verbetering worden beschouwd. Als onderdeel van het traject is ook een bouwhistorische waardenmatrix op detailniveau opgesteld, waarin per gevelvlak en vertrek de individuele onderdelen zijn gewaardeerd.

 

De Notel

Aan de oostelijke rand van de bebouwde kom van Oirschot is de Notel gelegen. De Notel is een landelijke weg die de westelijke zijde van de historische akkergronden ten oosten van Oirschot afbakent. Deze weg zou een oude herdgang van Oirschot zijn geweest. De oudste benaming is ‘notele’, wat vermoedelijk bos van notenbomen betekent. Langs deze weg, op nummer 6 is een langgevelboerderij, gelegen van omstreeks 1910, ook wel De Notel genoemd. De boerderij is opgetrokken in rode baksteen in een ambachtelijke traditionele stijl. Het heeft een dwarsdeel en is met de nok parallel aan de straat gelegen. Aan de oostelijke zijde van de langgevelboerderij is een ook uit omstreeks 1910 daterend bakhuis gelegen met aangebouwd turfhok en kolen- en zandhok. Het bakhuis heeft een rechthoekige plattegrond, één bouwlaag en is voorzien van een zadeldak, gedekt met oud Hollandse pannen. Beide volumes zijn, zowel wat betreft exterieur als interieur in gaaf behouden en representatief voor de situatie anno 1910. Bij het voorhuis is de karakteristieke symmetrische gevelopzet van de voorgevel (langgevel) duidelijk herkenbaar. Ook de opzet van de opkamer met kelder is nog aanwezig en herkenbaar aan de gevels. Een karakteristiek detail bij het achterhuis is de opzet van de kopgevel en het stalgedeelte van de achtergevel. Beide zijn uitgevoerd in hout en geplaatst op een bakstenen plint. De houten betimmering diende ter ventilatie van het stalgedeelte. Het huidige beschot is een latere vervanging van het oorspronkelijke houten beschot.