Opwettenseweg 132 Nuenen
Gemeentelijk monument
Opdrachtgever
Commerciële partij
Uitvoering
Bouwhistorisch onderzoek
2020
Gelegen in het open agrarisch gebied tussen Nuenen en Eindhoven, ligt het buurtschap Opwetten. Op de kruising tussen de Opwettenseweg en de Vorsterdijk/Wettenseind, bevindt zich aan de zuidwest zijde de negentiende-eeuwse boerderij Opwettenseweg 132. De karakteristieke Brabantse langgevelboerderij is in de loop van de tijd meerdere malen ingrijpend verbouwd en uitgebreid. Opwettenseweg 132 is een gemeentelijk monument. De opdrachtgever heeft de intentie de boerderij te herbestemmen, restaureren en verbouwen. Vanwege de monumentale status, stelt de gemeente ten behoeve van de beoogde werkzaamheden als vereiste dat een bouwhistorisch onderzoek naar het pand wordt verricht als onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning.
Molenaarsfamilie
De boerderij aan de Opwettenseweg is in 1852 gebouwd door de familie Sengers, op dat moment al generaties eigenaar van de aan de overzijde van de straat gelegen Opwettense watermolen.
Langgevelboerderij
Opwettenseweg 132 is een karakteristiek voorbeeld van een langgevelboerderij uit het midden van de negentiende eeuw. Met name wat betreft de opzet van het voorhuis is sprake van een gaaf behouden aanzicht. Kenmerkend is de nagenoeg blinde kopgevel aan de noordzijde (de vensters in de geveltop zijn niet authentiek) en het brede woonhuisfront in de langsgevel. Storend element in de langgevel vormt het venster in de linker as, waar, onder de hanenkam oorspronkelijk een deur naar de achterliggende travee met spoelkeuken en voergang lag. In de huidige opzet lijkt het voorhuis van de boerderij daardoor groter dan ze daadwerkelijk was. De oorspronkelijke structuur van het voorhuis is op de begane grond in hoofdlijnen, inclusief de structuur van kelders en opkamer, gaaf behouden. Daar waar aanpassingen zijn verricht, zijn deze aan de hand van bouwsporen te herleiden. Bijzondere elementen in het voorhuis zijn de eikenhouten spanten (laat voorbeeld van het gebruik van eikenhout als constructiehout, echter wel met zekerheid bestemd voor de bouw van de boerderij: niet hergebruikt) en de tussenverdieping boven de voormalige spoelkeuken, welke vrijwel zeker als droogkamer heeft gediend (niet authentiek, wel vroege aanpassing).
De belevingswaarde van het achterhuis is in de loop van de vorige eeuw als gevolg van meerdere bouwfasen aanzienlijk aangetast. De huidige situatie is, zowel wat betreft de langgevels als de zuidelijke kopgevel, niet meer representatief voor de negentiende-eeuwse situatie. De laatste wijzigingen aan het achterhuis, waarbij de karakteristiek van een langgevelboerderij met zowel stal als dwarsdeel met ruime tas, naar een situatie waarbij de deel/tas werd verbouwd naar een stal met poort in de kopgevel (circa 1970), vertegenwoordigt een wijziging in bedrijfsvoering die bij een groot aantal boerderijen in de omgeving zichtbaar is (aan de bouwsporen: dichtgezette poorten): nadruk van landbouw (waarbij vee vooral werd gehouden voor mest en eigen consumptie) wordt verlegd naar veeteelt.
Vrijstaande dwarsdeelschuur
De vrijstaande dwarsdeelschuur aan de Vorsterdijk is wat betreft hoofdopzet te dateren rond 1875. Op deze locatie stond een boerderij die, net als een groot deel van de bebouwing van Opwetten bij een grote brand werd verwoest. Op de fundering van de voormalige boerderij werd een nieuw woonhuis gebouwd (op de plaats van het voormalige voorhuis) en een vrijstaande schuur. Deze schuur werd bij de boerderij aan de Opwettenseweg toegevoegd