Van Dulkenstraat 49 - Burghardt van den Berghstraat 17 Nijmegen
rijksmonument
Opdrachtgever
Commerciële partij
Uitvoering
Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek
2005
De nieuwe eigenaar van de bovenwoning, onderdeel van het Rijksmonument Burghardt van den Berghstraat 17, 19 en Van Dulkenstraat 49, wilde de aangekochte woning renoveren en opdelen in appartementen. De resultaten van het onderzoek werden ingezet ter onderbouwing van het restauratie- en renovatieplan. Aangezien gedeelten van de geplande werkzaamheden aan de bovenwoning van invloed waren op het gehele pand, is ook de benedenwoning bij het onderzoek betrokken.
Ligging
Het pand ligt in de wijk Bottendaal, een van de wijken die tijdens de negentiende eeuwse stadsuitleg werd aangelegd. In de Nijmeegse stadsuitbreiding is sprake van een duidelijke rangschikking in bebouwing en dus status: langs de hoofdwegen liggen de grote herenhuizen; de belangrijkste wegen binnen de wijk zijn bebouwd met middenstandswoningen, al dan niet bestaande uit een boven- en benedenwoning; langs de smallere wegen liggen de arbeiderswoningen.
Het hoekpand Van Dulkenstraat en Burghardt van den Berghstraat is een voorbeeld van een middenstandswoning en ligt op een prominente locatie binnen de wijk. De architect van het hoekpand heeft bij zijn ontwerp goed gebruik gemaakt van de omgevingssituatie. Door het bochtige verloop van de Burghardt van den Berghstraat is de woning vanaf de Steijn Buysstraat, een belangrijke verbindingsweg, duidelijk zichtbaar. De ontwerper heeft op het eind van deze, door het stedenbouwkundige plan ontstane zichtlijn, een huis gebouwd dat qua uitstraling eerder thuishoort langs een van de hoofdsingels dan in een wijk. Door deze zichtlijn maakt het pand toch een deel uit van het straatbeeld van de Steijn Buysstraat. Helaas gaat de woning vandaag de dag schuil achter een in de tweede helft van de vorige eeuw geplante kersenboom.
Gérende plattegrond
Het hoekpand Van Dulkenstraat/Burghardt van den Berghstraat heeft een zogenaamde gérende plattegrond. De uitleg van van Bottendaal wordt gekenmerkt door haar asymmetrie, beslotenheid en kleinschaligheid en is exemplarisch voor de stedebouw uit die periode. Een van de gevolgen van een dergelijke stedebouw was dat bij de perceelsverdeling van de grond, kavels ontstonden met een ongelukkige plattegrond. In veel steden werd met veel zorg vermeden om dergelijke percelen te creëren, temeer omdat ze moeilijk te verkopen waren. In Nijmegen werd het probleem van de gérende plattegrond niet uit de weg gegaan en vormde zij juist een uitdaging voor de architect of ontwerper van een pand. Het bouwen op een dergelijke plattegrond past in de negentiende eeuwse architectuurtheorie zoals deze door een groot aantal architecten, zoals E. Viollet-le-Duc, P.J.H. Cuypers en I. Gosschalk werd nagestreefd. Een van de uitgangspunten tot het bereiken van een ‘schilderachtige schoonheid’ ontstond door plattegronden en opstanden organisch te laten voortvloeien uit, dan wel uitdrukking te geven aan het bouwterrein. Een onregelmatige plattegrond kenmerkte zich door aangename variaties, onregelmatigheden en verrassende momenten. Dat ook de aannemer/architect van het onderzochte pand het probleem van de gérende plattegrond op een dergelijke fraaie manier heeft opgelost, getuigt van een aanzienlijke kennis op het gebied van de (negentiende eeuwse) architectuur en vakliteratuur.
Hollandse renaissance
In de negentiende eeuwse stadsuitleg van Nijmegen, evenals veel andere Nederlandse steden, keert vooral de Hollandse renaissance als inspiratiebron terug. Het overgrote deel van de bebouwing die in de laatste twee decennia van de negentiende eeuw, en in mindere mate ook nog het eerste decennium van de twintigste eeuw werden gebouwd, karakteriseert zich door het gebruik van enkele typische neorenaissance kenmerken als speklagen, diamantkoppen en brede kroonlijsten met decoratieve elementen. Het hoekpand aan de Burghardt van den Berghstraat en de Van Dulckenstraat is een fraai voorbeeld van een woonhuis in neorenaissancestijl, dat zich karakteriseert door een veelal drukke, schilderachtige en asymmetrische gevelopbouw waarbij het bakstenen huis wordt verfraaid door het gebruik van natuur- of kunststeen.