Herengracht 529 Amsterdam

Herengracht 529 Amsterdam, rijksmonument. bouwhistorisch onderzoek pand uit 17e eeuw

Herengracht 529 Amsterdam

rijksmonument

 

Opdrachtgever

Particulier

 

Uitvoering

Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek met waardenstelling

2007


Aanleiding tot het onderzoek naar het pand Herengracht 529 is het voornemen van de eigenaren om het grachtenpand te restaureren en bewoonbaar te maken. Voorafgaande aan de werkzaamheden willen zij inzicht krijgen in de cultuur- en bouwhistorische waarden van het huis. Het rapport kan dient ter onderbouwing van de vergunningsaanvraag en als referentiepunt en inspiratiebron voor de op handen zijnde ontwikkeling.

 

Strakke stijl

Het pand is opgetrokken in 1688 en is gelegen in de zogenaamde Vierde Uitleg. In tegenstelling tot de huizen in de gevelwand in de directe nabijheid van het pand, is de huidige uitstraling nog identiek aan de oorspronkelijke situatie. Het pand is opgetrokken in de ‘strakke stijl’, de in de laatste kwart van de zeventiende eeuw dominerende vormentaal voor Amsterdamse woonhuizen. Het pand heeft een klokgevel, op de dakranden voorzien van natuurstenen festoenen. Mede door de specifieke vormentaal van deze festoenen is het pand te dateren in de periode 1680-1690.

 

Oorspronkelijk was er sprake van twee aan elkaar gespiegelde zusterpanden. Deze geveltweeling werd gebouwd als speculatieobject. Oorspronkelijk had Herengracht 529 het karakter van een koopmanshuis. De tweede en derde etage deden tot ver in de achttiende eeuw dienst als opslagruimten voor goederen en waren in de centrale vensteras voorzien van houten luiken. In het begin van de negentiende eeuw werden de luiken verwijderd en veranderde het pand van een koopmanswoning in een grachtenpand, enkel en alleen bedoeld voor bewoning.

 

Het interieur

Het interieur van het pand was tot 1951 volledig in tact en was een van de meest uitgesproken negentiende-eeuwse inrichtingen van Amsterdam. In de tweede helft van de vorige eeuw is deze fraaie inrichting vrijwel volledig verdwenen achter voorzetwanden en verlaagde plafonds. Om de ‘schade’ van deze jonge verbouwingen ongedaan te maken, is het huis recent volledig ontdaan van latere toevoegingen. Onder het verwijderde materiaal zijn tal van herinneringen aan het verleden tevoorschijn gekomen, die zowel uit de zeventiende als achttiende en negentiende eeuw dateren. Enkele bijzondere vondsten en bouwsporen zijn: een fraai gedetailleerd stucplafond uit de negentiende eeuw; een houten lambrisering en wandbetimmering uit de zeventiende eeuw; twee doorgangen naar het aangrenzende pand, verscholen in kasten, daterend uit de zeventiende eeuw; een opvallend grote raveling bij het centrale traphuis; een lambrisering bestaande uit witjes, daterend uit de zeventiende eeuw; een zeldzaam zeventiende-eeuws luik met authentiek beslag; de volledige, zij het ontmantelde, hijsinstallatie; sporen van een afgeschoten ruimte op de bel-etage tussen de suite en salon; een authentiek zeventiende eeuwse insteek boven de entree, et cetera.