Huize Akkerlust

Huize Akkerlust, rijksmonument, Vlamingstraat Zoetermeer, bouwhistorisch onderzoek

Huize Akkerlust

Vlamingstraat 49 Zoetermeer

Rijksmonument

 

Opdrachtgever

particulier

 

Uitvoering

Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek: 2013

Effecttoets: 2014

 

Architect

Friso Woudstra Architecten


Aan de historische verbindingsweg tussen de oude kern van Zoetermeer en Den Haag, ligt het in 1866 door de toenmalige burgemeester opgerichte huis Akkerlust. Het complex is een rijksmonument.

 

Sober classicisme met schermgevel

Het sober classicistische pand vormde decennia lang het familiehuis en het hart van de fabrieken van Brinkers. Recent is het pand, een rijksmonument, aangekocht door de huidige eigenaar. Zij wensen het huis te restaureren en verbouwen en weer, na enkele decennia dienst te hebben gedaan als kantoorpand, geschikt te maken voor bewoning.

Vanwege de status als rijksmonument, is het bij het aanvragen van de omgevingsvergunning noodzakelijk dat er een bouwhistorisch onderzoek wordt uitgevoerd. Res nova Monumenten is gevraagd dit bouwhistorisch onderzoek te verrichten.

 

Het exterieur is in hoofdopzet nog gelijk aan het bouwjaar 1866. De voorgevel heeft een symmetrische opbouw, met een strenge, sobere uitstraling. De decoratieve toets is kenmerkend voor de landhuisarchitectuur van het derde kwart van de negentiende eeuw: een sobere classicistische deuromlijsting en licht getoogde gevelopeningen. De negentiende-eeuwse karakteristiek is aangetast door enkele aanpassingen uit de periode 1930-1960: aan de achterzijde door de algehele wijziging van de gevel, welke niet in lijn is met Nederlandse landhuisarchitectuur; bij de oostelijke zijgevel door de aanpassing van de gevelopeningen; aan de voorzijde door het toepassen van architectonische details die achttiende-eeuws zijn (rococodeur en veelruits schuifvensters) en niet aansluiten op de negentiende-eeuwse opzet van de gevel.

 

Burgemeesterswoning

In het pleisterwerk bevindt zich een gevelsteen met daarop vermeld: “de eerste steen gelegd door A.H.P. Augustijn 1866”. Ten tijde van de oprichting van Akkerlust was dhr Hendricus Augustijn al twee jaar burgemeester van Zoetermeer, een ambt dat hij dertig jaar zou vertegenwoordigen. Hoewel de oorspronkelijke plattegrond in de loop der jaren is gewijzigd, is de oorspronkelijke structuur nog wel te herleiden: centraal een gang over de gehele diepte met aan de westzijde twee leefvertrekken (al dan niet gescheiden door een kamer en-suite) en aan de oostzijde twee secundaire vertrekken, waaronder ten minste één slaapvertrek. De kelder huisveste de utilitaire vertrekken zoals de keuken en opslag. De zolder diende eveneens als opslag en huisvestte de slaapvertrekken voor inwonend personeel. Dat de zolderverdieping niet werd gebruikt door de bewoners blijkt uit de sobere opzet en plaatsing van de trap: indien de zolderverdieping wel door de bewoners werd gebruikt zou de trap een meer prominente plek in de gang/hal hebben gehad en meer grandeur hebben gekend (zowel wat betreft detaillering als breedte). Vandaag de dag is zowel wat betreft houtwerk (ramen, kozijnen en deuren) als interieurafwerking (wanden, vloeren en plafonds) nauwelijks iets bewaard gebleven dat herinnert aan de negentiende eeuw. Een uitzondering zijn de rijke stucplafonds in de westelijke beuk en in de zuidoostelijke kamer, en de kozijnen op de verdieping: herkenbaar aan de stijlen met kwartrond profiel.

 

Brinkers

In 1915 liet Bernardus Brinkers zijn oog op Akkerlust vallen. Bernardus was rijk geworden in de margarinehandel. Zijn bedrijf startte in 1878 bescheiden met een hengselmand, van waaruit de toen 16-jarige ondernemer zijn handel in boter, groenten en het ‘nieuwe vet’ (margarine)uitventte. Het ‘nieuwe vet’ raakte in die tijd juist ingeburgerd, vooral bij de ‘kleine man’. Brinkers richtte in 1888 een groothandel in margarine op. De groei van de margarinehandel van Brinkers werd versterkt door de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog. Meer en meer mensen schakelde (door schaarste aan boter) over op margarine. Het bedrijf groeide en de naastgelegen zuivelfabriek werd betrokken. Een jaar later wordt het nabijgelegen Akkerlust aangekocht.

 

Akkerlust was behalve een riant woonhuis, ook heel geschikt voor de opslag van boter en margarine in haar ruime en koele kelders. Bovendien lag het aan de wetering van de Vlamingstraat zodat de beurtschippers de vaatjes boter en margarine direct voor de deur konden afleveren. De gebouwen achter het huis werden ingericht als bedrijfsruimten.