IJzerhandel De Jongh

IJzerhandel De Jongh Kleine Berg 63 Eindhoven, bouwhistorisch en cultuurhistorisch onderzoek

IJzerhandel De Jongh

Kleine Berg 63 Eindhoven

Pand met ‘basiskwaliteit’ binnen erfgoedcontour bestemmingsplan

 

Opdrachtgever

Commerciële partij

 

Uitvoering

Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek

Aanbevelingen

2009


Kleine Berg 63 is gelegen in het Eindhovense stadsdeel De Bergen, een middeleeuwse kern die meteen buiten de omwalling van de oude stad was gesitueerd. Het straatbeeld van De Bergen wordt voor het overgrote deel bepaald door gesloten gevelwanden waarbij architectuur uit met name de periode 1880-1940 zij aan zij staat. De bebouwing van Kleine Berg 63 ligt afwijkend daarvan een aanzienlijk deel terug van de rooilijn van de rest van de straat, waardoor de beslotenheid van de Kleine Berg wordt verstoord. De volumes die nu vanaf de straat zichtbaar zijn, vormen het oorspronkelijk achter een woonhuis gelegen bedrijfspand van ijzerhandel De Jongh, die hier in 1912 werd gesticht. De aanleiding voor dit onderzoek is het plan van de eigenaar om het gebouw gedeeltelijk te restaureren en uit te breiden. Op grond van richtlijnen van de gemeente Eindhoven blijkt het nodig, voorafgaande aan de ontwerpfase, inzicht te krijgen in de historische waarden van het complex. Het onderzoek dient gebruikt te worden als referentiekader en inspiratiebron voor de op handen zijnde ontwikkeling. 

 

Bedrijfspand De Jongh

De Bergen heeft een rijk industrieel verleden. Er waren in dit deel van Eindhoven zowel enkele grote fabriekscomplexen als kleinschalige bedrijfjes gevestigd. In de loop van de jaren is dit industriële verleden, een belangrijk aspect van de twintigste-eeuwse geschiedenis van Eindhoven, nagenoeg volledig uit het straatbeeld verdwenen. Kleine Berg 63 is een van de weinig bedrijfsgebouwtjes die in De Bergen nog aanwezig is. In eerste instantie lijkt de bebouwing van Kleine Berg 63 geen positieve bijdrage te leveren aan de belevingswaarde van De Bergen. Dit is echter het gevolg van een aantal ontwikkelingen dat in de loop der jaren aan en rondom het complex is voltrokken. Datgene wat nu zichtbaar is, vormt het achterste deel van een ensemble, waarvan het voorhuis in circa 1979 is verdwenen.

 

Hoewel het complex vanuit cultuurhistorisch oogpunt waardevol is te noemen, is de historische waarde van de individuele bebouwing binnen dit geheel beperkt. Met name het oorspronkelijke magazijn uit 1912 kan als hoogwaardig worden beschouwd. Hierbij is vooral het interieur van belang. De betonconstructie op de begane grond is een vroeg en bijzonder voorbeeld van een constructie volgens het Hennebique-systeem. Op de verdieping dragen de gietijzeren kolommen met basementen en kapitelen bij aan de belevingswaarde van de ruimte. Ook al zijn de oorspronkelijke open vertrekken in kamers opgedeeld, de ruimtelijkheid is goed beleefbaar en de tussenwanden zijn eenvoudig te verwijderen. Het exterieur van het magazijn is als voorbeeld van een sobere fabrieksarchitectuur slechts ten dele behouden. Als geheel is het magazijn behoudenswaardig als tastbaar en representatief relict aan het industriële en ambachtelijke verleden van De Bergen. De achter- en zijgevel zijn sober van opzet en slechts beperkt voorzien van enkele (deels aangetaste) authentieke ramen. De voorgevel van het magazijn is door de toevoeging van latere volumes, het creëren van nieuwe gevelopeningen en het sausen van de gevel ernstig aangetast en refereert niet meer aan het oorspronkelijke beeld uit 1912. Met het verdwijnen van de lichtstraat is ook de voor industriële complexen, kenmerkende daglichttoetreding aangetast.

 

De overige volumes op het terrein hebben op zich een lage bouwhistorische waarde. Evenals de voorgevel van het magazijn zijn de gevels van de overige volumes lichtgrijs  gesausd, waardoor de donkere baksteen niet meer zichtbaar is. Het is juist deze baksteenarchitectuur die zo kenmerkend is voor de fabrieksarchitectuur uit die periode.