De Kloosterhof Roermond-Asenray

boerderij De Kloosterhof te Asenray Roermond, cultuur- en bouwhistorisch onderzoek, fiscaal traject

Kloosterhof

Kloosterweg 95 Roermond

Rijksmonument

 

Opdrachtgever

Particulier

 

Uitvoering

Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek: 2006

Financieel plan Monumenten (destijds ‘fiscaal verhaal’ genoemd)


Aanleiding tot het onderzoek naar ‘De Kloosterhof, Kloosterweg 95 te Roermond’ is het voornemen van de opdrachtgevers om de boerderij structureel te onderhouden en om bepaalde onderdelen te wijzigen. Het gaat bij het laatste met name om de wagenloods (de zogenaamde sjop), een deel van de koeienstal en enkele aanpassingen aan het interieur van het woonhuis. De opdrachtgevers wensen voor de aanvang van bovengenoemde werkzaamheden een cultuur- en bouwhistorisch alsmede een bouwtechnisch onderzoek. Daarnaast is door Stadsherstel Limburg een gebrekenplan opgesteld en is op basis van een aangeleverde kostenbegroting een splitsing gemaakt tussen als fiscaal aftrekbare onderhoudskosten op te voeren posten en zogenaamde verbeterposten.

 

Kloosterhof

In 1266 verwierf de Roermondse Munsterabdij enige landerijen onder Asenray aan de beek. De abdij kocht deze grond van Rutger van Effelt en diens vrouw, Hadewig, en liet daar een boerderij ‘timmeren’: de Munstershoff (een voorganger van de Kloosterhof, zoals die nu bestaat). De opmerking ‘timmeren’ wijst erop dat bij de oorspronkelijke Munsterabdij vermoedelijk in vakwerkbouw was opgebouwd. De naam spreekt voor zich: de hoeve van het klooster van de Munsterabdij. De boerderij werd verpacht om de grond te beakkeren. De Kloosterhof was van ongeveer 1270 tot en met 1797 in handen van de Munsterabdij te Roermond. Hiermee is de abdij gedurende een periode van ruim vijf eeuwen de eigenaar geweest van de boerderij.

 

Typologie

De esthetica van het boerenbedrijf is geboren uit praktische overwegingen om het eigen huis en de economiegebouwen zo vorm te geven dat zij bedrijfsmatig en qua woongenot optimaal konden functioneren. De beste positionering en het meest praktische materiaalgebruik gaven een functionele en evenwichtige uitstraling die het succes van het   boerenbedrijf ten toon spreidde en ten goede kwam. Het gesloten hoftype, gegroeid vanuit een evolutie in het boerenbedrijf (soms gedurende verschillende generaties) is het gevolg van deze ‘praktisch-esthetische’ manier van bedrijfsvoering. Ook bij ‘De Kloosterhof’ zien we dit karakteristieke Noordlimburgse hoftype met een poortingang aan de noordzijde.

 

Midden achttiende eeuw zijn de elementen van de huidige boerderij ontstaan. In eerste instantie betrof dit het woonhuis, af te leiden uit de gevelsteen met het jaartal 1750 in de zuidgevel van het woonhuis. Vervolgens werd in 1766 de parallel gelegen schuur opgetrokken. Eind achttiende eeuw werden de twee losse bouwonderdelen aan elkaar gekoppeld door een smal volume. Zo ontstond een U-vorm. In de negentiende eeuw werd het complex uitgebreid met een bakhuis. Begin twintigste eeuw ontstond een gesloten carré door het toevoegen van een poortingang, een paarden- en een schaapsstal (1902). In dezelfde eeuw bouwde men een wagenloods (1918), een tweetal silo’s (1940 – 1945) een uitbreiding van de koeienstal (1968) en werden enkele elementen verwijderd en aangepast in 1989. Het bakhuis is in 1918 gesloopt.