Lage School Nieuwstraat Roosendaal

Schoolgebouw Nieuwstraat Roosendaal, gemeentelijk monument

Schoolgebouw

Nieuwstraat 37 Roosendaal

Gemeentelijk monument

 

Opdrachtgever

Gemeente Roosendaal

Uitgevoerd door drs Don Rackham, namens Monumentenhuis Brabant

 

Uitvoering

Bouwhistorisch onderzoek

2015


De gemeente Roosendaal heeft het schoolgebouw aan de Nieuwstraat 37, waarvan zij eigenaar is, te koop aangeboden. Voorafgaand aan de verkoop van het pand, een gemeentelijk monument, wil de gemeente inzicht krijgen in de bouwhistorische waarden van Nieuwstraat 37. Dit onderzoek dient als objectief toetsingskader voor plannen die door (potentiele) kopers voor de school ingediend zullen worden. Het onderzoek is door drs Don Rackham uitgevoerd namens Monumentenhuis Brabant.

 

School

Nieuwstraat 37 werd in 1906 als gemeentelijke lagere school en ULO-school gebouwd. Het ontwerp voor de school is getekend door architect M. Vergouwen. Deze Roosendaalse architect is verantwoordelijk voor menig groot pand in de historische binnenstad van Roosendaal. De school is een karakteristiek pand binnen het oeuvre van de architect, dat zich kenmerkt door de wijze waarop deze gedurende zijn carrière nieuwe invloeden in zijn eigen werk opnam en een architectuur wist toe te passen dat typerend was voor de functie van het gebouw dat hij ontwierp (decorum). Het schoolcomplex bestaat verder uit een authentieke directeurswoning, fietsoverkapping en voorplein (met begrenzing). Een en ander wordt visueel met elkaar verbonden door een eenheid in vormentaal (metselverband, gele verblendsteen, et cetera).

 

De school is gebouwd op een plattegrond die kenmerkend is voor de traditionele school- (en klooster)bouw uit de eerste decennia van de twintigste eeuw. De plattegrond heeft aan de straatzijde een lange gang en aan de achterzijde de klaslokalen. De lokaalstructuur wordt opgedeeld door drie smallere ruimten met een publieke functie: toiletten, trap, gang en schoolmeesterskamer. De structuur van de begane grond tekent zich aan het exterieur af aan de opstand: verdeling van de gevel door ietwat uitkragende midden- en hoekrisalieten; hoogte van de ramen.Deze rationele manier van bouwen is tot op heden duidelijk herkenbaar in het gebouw.

 

Kenmerkend voor deze traditionele, vroeg-twintigste-eeuwse schoolarchitectuur is de plaatsing van de ramen. Bij de voorgevel, aan de straatzijde, zitten de ramen laag waardoor er een sterke relatie is tussen buiten en binnen (de gangen). Bij de achtergevel zitten de ramen aanzienlijk hoger. Als de leerlingen zaten, konden ze niet naar buiten kijken en werden ze dus ook niet afgeleid. Vanaf de jaren twintig veranderde de schooltypologie en worden juist bij de lokalen de grote vensters geplaatst en zijn de gangstructuren voorzien van hoger geplaatste vensters (zie bijvoorbeeld de L. Adriaanseschool te Zeist).

 

Oorspronkelijke opzet

Op oude foto’s zien we dat de school oorspronkelijk aanzienlijk hoger was en was voorzien van een mezzaninoverdieping. Bovendien waren de risalieten voorzien van Frans-classicistische, steile steekkappen met rijk gedetailleerde brede dakkapellen.  Het gebouw had een sterk eclectische vormentaal, waarbij de gevelopbouw wat betreft detaillering was geënt op de neorenaissance vormentaal (speklagen met verblendsteen en diamantkoppen) en het dak een sterk Frans classicistische verschijning had. Dit samengaan van stijlkenmerken, is karakteristiek voor de Nederlandse architectuur uit de periode 1880-1910.

 

Ontwikkelingen

In de loop van de jaren twintig of dertig ontstaat de behoefte om de school uit te breiden. Tegen de westgevel wordt een tweelaags bouwmassa opgetrokken. Tegen de oostgevel wordt een eenlaags volume gebouwd. De architectuur van deze nieuwe volumes sluit wat betreft opbouw van de gevel als de detaillering nauw aan op het reeds bestaande pand. De verschillen in oorsprong zijn vooral te herleiden uit de verschillen in profileringen van het houtwerk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte de school zwaar beschadigd. Al in 1941 werd de school hersteld. De mezzaninoverdieping en het dak werd verwijderd en vervangen door het lage zadeldak met sobere Vlaamse gevel. De school is in de huidige opzet een hybride verschijning van een karakteristiek pand uit het begin van de twintigste eeuw met kenmerkende dakopbouw uit de (vroege) wederopbouwperiode (Delftse School).