Neerstraat 10 Roermond

Neerstraat 10 Roermond, rijksmonument, herbestemming winkelpand architect Frans Dupont

Neerstraat 10 Roermond

Rijksmonument

 

Opdrachtgever

Commerciële partij

 

Uitvoering

Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek

Aanbevelingen

2011-2012

 

Architect

Kern Architecten


De aanleiding tot een bouwhistorische analyse naar de Neerstraat 10, 10a en 10b is het voornemen van de eigenaar om het pand een nieuwe bestemming te geven. Het complex wordt gevormd door een aantal volumes. Het hoofdvolume telt twee bouwlagen en heeft een asymmetrische gevelopbouw. Het Het schilddak laat zien dat we hier te maken hebben met een oudere kern, dat in 1911 is verbouwd. Het complex bestaat uit een haaks op de straat staand, diep woonhuis met daarnaast een smal volume onder platdak. Deze smalle bouwmassa is op de verdieping minder diep dan het ‘hoofdhuis’. De muurdikte ter plekke van de grens tussen het volume onder schilddak en plat laat zien dat we hier te maken hebben met een oorspronkelijke buitenmuur. Het hoofdvolume bestaat uit twee achter elkaar geplaatste volumes, het voormalige voor- en achterhuis. Beide worden gescheiden door de nog zichtbaar boven het dak uitstekende brandmuur. Het voorhuis telt twee bouwlagen, het achterhuis telt er drie. Ter plekke van het smalle volume aan de rechter zijde liep oorspronkelijk een steeg die toegang gaf tot het achterterrein. In de tweede helft van de negentiende eeuw is deze steeg overdekt met een verdiepingslaag. Op het terrein achter het huis staat een tweetal volumes. Aan de noordzijde ligt een groot tweelaags gebouw onder zadeldak. Dit achttiende-eeuwse pand heeft vermoedelijk dienst gedaan als magazijn voor de winkel. Aan de zuidzijde staat een klein, nagenoeg vierkanten gebouw onder zadeldakje. De functie van dit volume, dat nagenoeg geen ramen telt, is onbekend. De gehele binnenplaats is overdekt met een transparante golfplaten overkapping. Neerstraat 10 is een bijzonder gaaf gehouden pand dat, met uitzondering van de winkelinrichting vrijwel identiek is aan de in 1911 ontstane situatie, uitgevoerd naar een ontwerp van architect Frans Dupont. (achtergevel vermoedelijk tweede helft negentiende eeuw). De structuur van het pand is echter aanzienlijk ouder en terug te voeren tot de (late) middeleeuwen: kelders met mergelstenen ton; gevels met mergelstenen speklagen; eikenhouten moerbalken en spanten, bestaande uit gestapelde gebinten, voorzien van telmerken. Het achter het pand liggende magazijn/werkplaats, welke bereikbaar was via de poort in het rechter geveldeel, is wat betreft casco representatief voor de situatie uit de tweede helft van de negentiende eeuw. De eikenhouten (achttiende-eeuwse) kapconstructie, inclusief moerbalken is gaaf behouden. Als zodanig is het een voorbeeld van een gaaf behouden kleinschalig industrieel volume uit de achttiende eeuw dat gedurende de negentiende eeuw aan de wensen en eisen van de tijd is aangepast.

 

Jugendstil

De voorgevel van Neerstraat 10 is opgetrokken in een eclectische stijl, waarbij met name de gestileerde Duitse Jugendstil prominent aanwezig was. In Roermond is een aantal panden aanwezig waarbij de verschijningsvorm wordt gedomineerd door de Jugendstil en de ietwat meer zwierige Art nouveau. Deze stroming vierde haar hoogtijdagen rond de eeuwwisseling tot ongeveer 1915 (korte periode waarin de stijl in zwang was: door de malaise van de Eerste Wereldoorlog werd deze stijl al snel als overdadig gevonden).  In de Neerstraat zijn meerdere panden uit de decennia vóór en na 1900 aanwezig. Tezamen getuigen zij van de explosieve groei in welvaart van Roermond. Neerstraat 10 is een van de belangrijkste voorbeelden in Roermond (en in Limburg), waarbij deze rijke vormgeving is toegepast. Ook het rijk uitgevoerde interieur is karakteristiek voor de tijd. Opvallend is dat hier een meer eclectisch beeld is gecreëerd, waarbij de Jugendstil zich met name uit in het glas-in-lood bij diverse (schuif)deuren. Voor het overige heeft het interieur een meer ‘traditionele’ uitstraling waarin classicistische en renaissance vormen naast elkaar zijn toegepast. Deze combinatie van een ‘modern’ exterieur en een ‘vertrouwd’ interieur is een veel voorkomend fenomeen, waarbij de bewoners aan de buitenzijde willen uitstralen dat ze op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen, maar zelf toch het liefst in een vertrouwde omgeving willen vertoeven. Een bijzonder element vormen de plafonds in de voorkamers op de verdieping. De gestucte plafonds zijn ‘gehout’.

 

Frans Dupont

Architect Frans Dupont heeft een duidelijke stempel op het Roermondse straatbeeld gedrukt. Hij was een architect die vele (internationale) bouwstijlen beheerste en deze ook vrijelijk toepaste in zijn ontwerpen. Zijn oeuvre blinkt uit door een uitgebalanceerd gevoel voor maat, schaal, verhoudingen en detaillering. De architectuur van Dupont kenmerkt zich door de wijze waarop een doordacht ruimtelijk ontwerp met een uitgekiende logistiek en verrassende esthetische wendingen worden samengebracht. Net zoals voor veel van zijn tijdgenoten, was functie voor hem niet alleen een kwestie van doelmatigheid en comfort, maar ook van uitstraling en zeggingskracht. Een gebouw functioneerde niet alleen omdat het praktisch van indeling was, maar ook omdat het de bezoeker vertelde wat men er verwachten kon (decorum). Zo liet Dupont in zijn ontwerpen het verschil zien tussen de steenhouwerswoning met zijn aansprekelijke staalkaart van decoraties, het deftige, sobere notariskantoor dat de bezoeker moest imponeren en een winkel die vooral uitnodigend moest zijn. Dit alles is dan ook de reden waarom onlangs verschillende gebouwen van deze vooral regionaal werkzame architect als rijksmonument zijn aangewezen. Binnen dit oeuvre neemt Neerstraat 10 een belangrijke plek in.

Middeleeuwen

Apart voor- en achterhuis. Het achterhuis is qua structuur het oudste deel van het pand. Met name het gegeven dat de kelder een ander oriëntatie heeft en oorspronkelijk geen doorgang in de ton had (wat duidt op een vrijstaand volume), zijn sterke aanwijzingen dat het achterhuis tot de middeleeuwen is terug te voeren. Oorspronkelijk telde het achterhuis twee bouwlagen.

Begin 16e eeuw

Het voorhuis wordt naar achter toe uitgebreid, waardoor de binnenplaats vervalt. Gelet op het in de achtergevel (topgevel) gebruikte materiaal, mergel speklagen, moet deze uitbreiding al in de zestiende eeuw hebben plaatsgevonden. De eikenhouten kapspanten met krommers, genummerd van I t/m IIII zijn eveneens ten minste in de zestiende eeuw te dateren.

 

Het achterhuis bleef bij uitbreiding van het voorhuis nog tweelaags. Dit kan met name worden geconcludeerd vanuit het feit dat de achtergevel een decoratieve afwerking had: de nu nog zichtbare mergelbanden zouden niet zijn aangebracht als deze alleen in het interieur zichtbaar waren.

 

16e eeuw

Het achterhuis wordt opgehoogd. Dit blijkt met name uit de afwijkende oriëntatie van de moerbalk op de tweede verdieping van het achterhuis. De afwijkende richting van de balk is gedaan om het dak van het achterhuis aan te laten sluiten op het dak van het voorhuis. Het dakspant van het achterhuis is in opzet en materiaal gelijk aan de exemplaren in het voorhuis. Dit spant is echter niet voorzien van telmerken. Dit duidt erop dat deze niet gelijktijdig met de spanten in het voorhuis tot stand is gekomen. Gelet op het type spant en het gebruik van eikenhout, moet de verhoging van het achterhuis wel al in de zestiende eeuw hebben plaatsgevonden.  

 

Ten noorden van het pand was een steeg. Deze structuur is tot de dag van vandaag herkenbaar aan de dikte van de muur tussen het noordelijke travee en de winkel.  

 

 

17e eeuw-1819

Op de kadastrale minuutkaart zien we dat Neerstraat 10 aanzienlijk is uitgebreid. Op het achterterrein is een aantal grote volumes aanwezig, waaronder het huidige magazijn (met volume tegen de zuidelijke gevel). De kap van het magazijn dateert nog uit deze periode. De zichtbare zijgevel is later opnieuw opgetrokken.

 

 

 1841-1908 

Het op de minuutkaart zichtbare volume tegen de zuidelijke perceelsgrens is afgebroken, evenals de aanbouwen tegen het magazijn. Het voormalige gebouwtje op het achtererf van Neerstraat 8 is verdwenen en het magazijn heeft haar huidige opzet en gevelindeling gekregen. 

 

De steeg is op twee plaatsen overdekt: aan de straat en aan de achterzijde. De later afgedichte opening in het midden is nog herkenbaar aan de huidige structuur van het plafond.

 

In de middeleeuwse achtergevel worden op de begane grond hardstenen omlijstingen van de ramen en deur (omlijsting is hier alleen mogelijk na de afbraak van het smalle volume). Op de verdiepingen worden nieuwe gevelopeningen onder segmentboog aangebracht.

 

Vermoedelijk heeft ook de voorgevel een ander aanzien gekregen, zodat de nieuwe poort met bouwlaag aan de noordzijde één geheel van het aanzien zou vormen. De gevel zal zijn afgesloten met een gevelbrede kroonlijst. De lijstgevel kan ofwel zijn gepleisterd (met schijnvoegen) ofwel in schoon metselwerk zijn uitgevoerd. De ramen en deuren hadden hardstenen omlijstingen (aangezien ook aan de achterzijde hardsteen is gebruikt). De topgevel is verdwenen en het nieuwe dakschild (met rondhouten grenen sporen) is aangebracht.

 

1911

Het interieur en het exterieur krijgen een nieuwe afwerking, naar ontwerp van Frans Dupont. De oude structuur blijft nagenoeg geheel in tact.

 

1911-1940

 

Op het terrein wordt een klein volume onder zadeldak gebouwd.

 

1950-2000

 

De winkel is aangepast. Doorgangen naar de zuidelijke gang en de noordelijke steeg zijn dichtgezet, er is een entresol aangebracht en het interieur is voorzien van een nieuwe afwerklaag. Of er nog bouwhistorische sporen achter de huidige afwerking aanwezig zijn, is onbekend.

 

De voormalige steeg is geschikt gemaakt als winkelruimte. De westelijke open doorgang is dichtgezet (voorheen was het nog echt een open verbinding die alleen aan de straat kon worden afgesloten) en het interieur is voorzien van een verhullende pleisterlaag en verlaagd plafond.

 

De binnenplaats is volledig overdekt met een houten en stalen constructie.