Nieuwbouw Loolaan Apeldoorn

Nieuwbouw Loolaan Apeldoorn, gebaseerd op historisch onderzoek

Loolaan Apeldoorn

Geen status

 

Opdrachtgever

Commerciële partij

 

Uitvoering

Cultuurhistorisch onderzoek

Onderbouwing nieuwbouw

2013

 

Samenwerking

Friso Woudstra Architecten

Bangert en Van Hagen


De Loolaan in Apeldoorn is één van de oude lanen van Paleis het Loo en vormt een historische verbinding tussen het paleis en Apeldoorn.  De Loolaan wordt vandaag de dag gekarakteriseerd door een grote variatie aan bebouwing, zowel in bouwstijl als bouwmassa, geplaatst in een groene setting. Negentiende- en vroeg-twintigste-eeuwse landhuizen en woonhuizen worden afgewisseld met appartementencomplexen en publieke gebouwen voornamelijk uit de laatste decennia van de twintigste eeuw. Deze jongere bebouwing staat over het algemeen, ondanks enkele ad hoc toegepaste referenties aan de historische architectuur, wat betreft  toegepaste opzet, vormgeving en de materialisatie ver af van de waardevolle historische karakteristiek van de plek.

 

Langs deze straat stond tot enkele jaren geleden de in 1957 opgerichte Auto Technische School. Op het grote terrein dat na afbraak van de wederopbouwschool braak kwam te liggen, wordt een drietal appartementencomplexen opgericht. In het kader van de nieuwbouwplannen aan de Loolaan heeft de opdrachtgever de combinatie Friso Woudstra architecten, Res nova Monumenten en Bangert en Van Hagen gevraagd een projectplan op te stellen inclusief ontwerpen en onderbouwing. Hierbij is het ruimtelijk onderzoek en de onderbouwing van het ontwerp van de bebouwing uitgevoerd door Res nova Monumenten.

 

Loolaan in de negentiende eeuw

De villa’s die in de negentiende eeuw en rond de eeuwwisseling aan de Loolaan zijn gebouwd, zijn opgetrokken in (neo)classicistische en Hollandse renaissancestijl. De classicistische panden kenmerken zich door hun symmetrische opzet, sobere afwerking (volledig gepleisterd of alleen omlijstingen en kroonlijsten gepleisterd), een- of tweelaagse opbouw, geplaatst onder een schilddak met plat. Bij sommige volumes is de entree in een ietwat uitkragend middenrisaliet geplaatst. Bij de bebouwing die is uitgevoerd rond de eeuwwisseling, in een Hollandse renaissance (neorenaissance) of eclectische architectuur, zien we twee ‘richtingen’:

  • woningen die in opzet classicistisch zijn, maar in detaillering sterk leunen op de Hollandse renaissance traditie
  • woningen die zowel in opzet als detaillering aansluiten op de Hollandse renaissance (en in het begin van de twintigste eeuw, de Engelse landhuisstijl).
Een van de grootste panden, de rond 1845 gebouwde buitenplaats Swinemünde, bevond zich op de plek van de huidige bouwlocatie. Swinemünde was een groot tweelaags volume, geplaatst onder een schilddak en voorzien van een breed middenrisaliet en was opgetrokken in een sobere classicistische vormentaal. Het pand was, evenals alle andere aan de straat gelegen villa’s en buitenplaatsen, gelegen in een parkachtige tuin, aangelegd in een late landschapsstijl. De tuin was ruim 2 hectaren groot.

Nieuwbouw
Friso Woudstra Architecten heeft voor de projectlocatie Loolaan 346 een drietalappartementenblokken ontworpen. Bij het ontwerp heeft de architect zich laten inspireren door de resultaten van het onderzoek van Res nova Monumenten. Bij het ontwerp is niet alleen gekeken naar de classicistische en neorenaissance architectuur van de omliggende historische bebouwing, maar ook de reeds verdwenen buitenplaatsen en villa’s. Woudstra heeft de karakteristieke historische dimensionering en detaillering vertaald zodat deze ingezet kan worden voor volumes van een dergelijk grote omvang: volumes zijn in feite ‘opgeschaalde’ herenhuizen, waarbij sprake is van een basement (onderste bouwlagen), de hoofdmassa en de bekroning (kap).

De drie gebouwen hebben elk een eigen karakteristiek. De twee linker gebouwen zijn duidelijk geïnspireerd op de architectuur uit de periode 1880-1920: de Hollandse renaissance en de vroege Engelse landhuisstijl. De gebouwen zijn in hoofdopzet grotendeels gelijk en vormen elkaars spiegelbeeld. Het middelste gebouw telt een extra bouwlaag. Op deze wijze is er een geleidelijke stijging van bouwmassa, vanaf de reeds bestaande appartementbouw links van het projectgebied.
Bij beide gebouwen is de karakteristiek van een asymmetrisch aanzicht gebruikt, door aan iedere gevelzijde een helft als topgevel door te trekken en te voorzien van een steekkap. Doordat de balkons in de oksels van de hoofdvolumes zijn geplaatst en nergens de gevellijnen doorsnijden, oogt de bouwmassa als geheel rustig: op een soortgelijke wijze als architecten in de periode 1880-1920 bij grote huizen bouwmassa’s van verschillende grootte tot een samenhangend geheel wisten te componeren, zo is ook hier sprake van een asymmetrisch aanzicht binnen een symmetrisch, nagenoeg vierkanten bouwvlak.

Het rechter bouwblok is uitgevoerd in een (neo)classicistische vormgeving. Het is geïnspireerd op de landhuizen die niet alleen aan de Loolaan zijn gelegen (of hebben gelegen), maar ook kenmerkend zijn voor de negentiende-eeuwse landhuisarchitectuur rond de Veluwe. Daar waar bij laat-negentiende-eeuwse huizen vaak sprake was van smallere, maar hogere huizen, is bij de classicistische architectuur de nadruk gelegen op de horizontale lijn. Bij het ontwerp voor het derde volume is er dan ook voor gekozen om de bouwmassa lager te houden, zodat de verhoudingen van het volume passen bij de historische typologie van de landhuisarchitectuur. In tegenstelling tot de twee andere complexen is, in lijn met de architectonische traditie, bij het classicistische complex de nadruk op de voorgevel gelegen: ondieper volume met een brede façade, voorzien van een centraal uitkragend en geaccentueerd risaliet: de Schauseite.
Om de massaliteit van de brede voorgevel visueel te breken is ervoor gekozen deze verticaal te geleden door middel van afwisselend schoon metselwerk en pleisterwerk. Hoewel niet conform de overige classicistische panden in de Loolaan, sluit dit toepassen van wit pleisterwerk wel aan bij de jongere bebouwing in de straat. Bovendien werd een dergelijke gevelafwerking bij classicistische panden wel toegepast, echter niet op deze specifieke locatie.

Tuinontwerp

Het ontwerp voor de aanleg rondom de nieuwbouw is gerealiseerd door Bangert en Van Hagen. Voorafgaand aan de planontwikkeling hebben zij een tuinhistorisch onderzoek uitgevoerd, waarbij in het bijzonder aandacht is besteed aan de late landschapsstijl in en rond Apeldoorn