Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek landgoed Rhederhof

Rhederhof te Rheden, cultuur- en bouwhistorisch onderzoek landhuis negentiende eeuw

Rhederhof

Arnhemsestraatweg 54 Rheden

Rijksmonument

 

Opdrachtgever

Commerciële partij

 

Uitvoering

  • Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek: 2009
  • Aanbevelingen en handvaten restauratie: 2009
  • Effecttoets ontwerp 2009
  • Financieel plan Monumenten: 2009-2010
  • Contraexpertise concept-bestemmingsplan Rhederhof: 2010
  • Cultuurhistorische effecttoets voor het ontwerp en de inrichting van het terrein ter plekke van het huidige verzorgingstehuis: 2010
  • Ruimtelijk onderzoek: 2013

Gelders Arcadië

Rhederhof is gelegen aan de zuidoostelijke Veluwezoom, in een gebied waar, met name nadat de Oranjes in 1647 het Hof te Dieren kopen, een groot aantal landgoederen wordt opgericht. Het natuurschoon en de mogelijkheid tot de jacht waren belangrijke factoren voor de trek naar het gebied. In de negentiende eeuw waren het vooral notabelen en renteniers die zich tot de schilderachtige Veluwezoom aangetrokken voelden. Deze ‘trek’ was mede mogelijk door de verharding van belangrijke wegen (rijksstraatwegen) en de ontwikkeling van de spoorlijn. Vanaf Arnhem loopt een lijn richting Zutphen waarlangs in de negentiende eeuw een groot aantal landhuizen is gebouwd. In algemene zin kan worden opgemerkt dat hierbij een duidelijke ontwikkeling vanaf Arnhem zichtbaar is (hoe dichter bij Arnhem, hoe ouder). Rhederhof is een van de vele landgoederen die langs de Arnhemsestraatweg, aan de voet van de Veluwezoom wordt opgericht.

 

Rhederhof

Rhederhof werd in 1854 gebouwd in opdracht van Johanna Henriëtta Engelen (1789-1878), weduwe van de in 1848 overleden Daniel F. Schas. Schas was jarenlang ‘raad en rechter’ in de drie Hoven van Civiele en Criminele Justitie en Politie in de kolonie Suriname. Het landhuis werd gebouwd volgens de principes van het Internationaal neoclassicisme. Het huis karakteriseerde zich door een sterk symmetrisch karakter, waarbij de gevels, met uitzondering van de plint, waren gepleisterd. Behalve de zuidelijke gevel, zijn de façades sober van opzet. Met uitzondering van een cordonlijst en strokenomlijsting rondom de ramen, ontbreekt iedere vorm van ornament. De zuidelijke gevel, de gevel die voor iedereen zichtbaar was, heeft een rijke afwerking, waarbij met name de ramen zijn omkaderd door fraai gedetailleerde omlijstingen en het middenrisaliet wordt bekroond door een timpaan en klokkenstoel. Met het volgen van de neoclassicistische beeld­taal sloot het landhuis aan bij een traditie die in de tweede helft van de achttiende eeuw tot bloei kwam. Het neoclassicisme was een reactie op de overdadige architectuur van de rococo en greep terug naar de edele eenvoud van de klassieke (en dan met name Griekse) architectuur. Deze ‘verheven’ eenvoud van de bouwkunst werd gezien als een uitdrukking van deugdzaamheid. Voor de nouveau riche was de neoclassicistische architectuur een manier om zich te profileren en hun hoog­staande moraal (en ‘smaak’) te benadrukken.

 

Roughcast

De meeste negentiende-eeuwse landhuizen zijn gepleisterd met ofwel een gladde stuclaag dan wel een pleisterlaag voorzien van schijnvoegen. De muurvlakken bij Rhederhof daarentegen zijn afgewerkt met een roughcast pleisterlaag. Daar waar de vroeg negentiende eeuwse, strak gestucte landhuizen sterk afstaken tegen de ‘groene’ omgeving waarin ze zijn geplaatst, wordt dit bij Rhederhof door de enigszins natuurlijk aandoende gevelafwerking (roughcast is een pleister waaraan kiezel of schelpen zijn toegevoegd), verzacht. Op het stucwerk zijn sporen van een okergele verf aangetroffen, waardoor het huis een zandsteenkleurige uitstraling had. Door de combinatie van materiaalkeuze en verfkleur wordt de suggestie gewekt dat het pand is opgetrokken in natuursteen.

 

Mezzaninovensters

Rhederhof is in het fries voorzien van mezzaninovensters. Deze rij ramen draagt in grote mate bij aan de karakteristieke belevingswaarde van Rhederhof. Het fenomeen van de mezzanino komt niet alleen regelmatig voor bij negentiende eeuwse landhuizen, maar ook bij achttiende eeuwse huizen als Rosendael. Ook Villa Rotonda van Palladio, een van de meest geprezen voorbeelden voor neoclassicistische architectuur heeft dergelijke vensters, waarmee op een functionele wijze wordt verwezen naar de klassieke indeling van het fries, bestaande uit trigliefen en metopen.

 

Interieur

Het huis bezit nog vrijwel alle negentiende-eeuwse nagelvaste interieurelementen, waaronder paneeldeuren en kozijnen, stookplaatsen met natuurstenen mantels en gestucte schouwboezems, stucplafonds en de bordestrap. Ook enkele elementen uit de dienstvertrekken zijn behouden, waaronder de keukens met stookplaaten (de keukenkasten zijn verplaatst).

 

Tuinaanleg

Een landhuis was niet compleet zonder tuin: beide elementen complementeren elkaar. Rhederhof is gelegen in een parktuin, die ten tijde van de bouw van het huis werd aangelegd volgens de principes van de Engelse landschapsstijl. In de loop der jaren is de tuin echter meerdere malen aanzienlijk gewijzigd en is er nog weinig dat refereert aan het oorspronkelijke ontwerp. Niettemin blijft ook vandaag de dag een duidelijke relatie bestaan tussen het huis en de tuin waarin deze is gelegen, temeer vanwege het negentiende eeuwse streven naar een Gelders Arkadië waarbij de combinatie van een ‘natuurlijke’ tuin en een neoclassicistisch huis refereren aan de geïdealiseerde Klassieke wereld.

 

Middels zichtlijnen werd een duidelijke relatie tussen het huis en de voorbijgangers gecreëerd. Een landhuis diende als statussymbool. Het was dus noodzaak dat het huis gezien werd. Vandaar ook dat de gevel gericht op de weg het meest rijk geornamenteerd was. Ten tijde van de bouw was de Arnhemsestraatweg al enkele decennia verhard en fungeerde deze als belangrijke verbinding tussen Arnhem en Zutphen. Om er zorg voor te dragen dat reizigers de allure van het huis niet konden missen, werd vanaf de straat een brede zichtlijn over het grasveld gecreëerd. Deze lijn werd middels bossages omkaderd. In 1866 wordt de spoorlijn tussen Arnhem en Zutphen aangelegd, waardoor de Veluwe nog beter wordt ontsloten. De spoorlijn lag enkele tientallen meters ten zuiden van de rijksstraatweg. Dit betekende dat ook treinreizigers middels de gecreëerde zichtas een blik van het landhuis konden opvangen. Zoals blijkt uit het historisch kaartmateriaal is de zichtlijn in de loop der jaren meerdere malen verdwenen en weer teruggekeerd. Vandaag de dag is er tussen de Arnhemsestraatweg en het landhuis een strook dichte begroeiing ontstaan, waardoor het huis ligt verscholen en iedere relatie tussen beide is verdwenen.

 

Landhuis, koetshuis en tuinmanswoning

Bij een historisch landhuis horen bijgebouwen, zo ook bij Rhederhof. Op het terrein achter het hoofdhuis, ligt een tweetal volumes, een ‘koetshuis’ en een tuinmanswoning. Het huidige koetshuis is enkele jaren geleden gebouwd, nadat het oorspronkelijke huis is afgebroken. De tuinmanswoning, gebouwd in 1884 is wel authentiek, maar is gedurende meerdere bouwfasen ingrijpend verbouwd en in de huidige verschijningsvorm ontstaan in 1954. Hoewel de drie bouwmassa’s nog op de oorspronkelijke locaties zijn geplaatst, is iedere (historische) relatie verdwenen. De gebouwen zijn niet alleen teveel aangetast om onderdeel uit te maken van het oorspronkelijk plan, maar ook zijn ze door splitsing fysiek onafhankelijke ‘eilanden’ geworden binnen het landgoed.

 

Landhuis en verzorgingstehuis

Het landgoed kwam in 1951 in handen van de diaconie van de Hervormde Gemeente van Rheden. In de daaropvolgende jaren werd het geleidelijk aan­gepast: de landschapstuin werd vervangen door een functionele aanleg. In 1965 werd, gehoor gevende aan de voorwaarde die de weduwe Brantsen had verbon­den aan het vermaken van het landgoed aan de diaconie, een verzorgingstehuis opgericht. Door de plaatsing van het grote complex op de weide werden de parktuin (het oostelijke gedeelte van het landgoed met de historische bebouwing) en het noor­delijke bosgebied buiten de ontwikkeling gehouden. Ook de moestuin uit 1872 met de twee tuinmuren die omstreeks 1884 werden toegevoegd, bleef in het ontwerp integraal behouden. De aantastingen aan de moestuin (waaronder de afbraak van een deel van de muur) zijn aan het eind van de vorige eeuw ontstaan, toen het complex tijdelijk als asielzoekerscentrum diende. Door de dichte begroeiing tussen landhuis en verzorgingstehuis is de invloed van het grote complex op het historische huis beperkt.