Suikerfabriek Purac Gorinchem

Suikerfabriek Purac Gorinchem cultuur- en bouwhistorisch onderzoek rijksmonument herbestemming

Suikerfabriek Gorinchem

Arkelsedijk 46 Gorinchem

Rijksmonument

 

Opdrachtgever

Commerciële partij

 

Uitvoering

Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek

2007


Samenwerking

Ir. W. Beelen


Aanleiding tot onderzoek van de voormalige suikerfabriek van Purac Biochem te Gorinchem vormde de aanwijzing tot Rijksmonument van het oudste gedeelte van het complex in 2006. De resultaten van het onderzoek worden ingezet ter onderbouwing van in de toekomst op te stellen restauratie- en/of ontwikkelingsplannen.

 

Suikerindustrie

Gorinchem profiteerde In de negentiende eeuw van de opkomst van de industrie. De stad werd beter bereikbaar door de aanleg van een spoorweg en het graven van enkele kanalen. Er kwam meer scheepvaartverkeer door de bouw van stoomschepen. De binnenstad raakte overvol zodat er buiten de wallen moest worden gebouwd. Om militaire redenen moest dit op ruime afstand van de stadswallen geschieden. Met de komst van de stoommachine gingen de ontwikkelingen nog sneller. De eerste stoommachine verscheen waarschijnlijk in 1847 in Gorinchem. Voor een stoommachine was een vergunning nodig. Zo is de industrialisering van Gorinchem goed te volgen en valt op dat de suikerfabriek Fa. Jäger, Ravenswaay & Co aan de Arkelsedijk (rechtsvoorganger van PURAC Biochem) de vergunning in 1870 verkreeg. Tot 1906 bleef de suikerfabriek de grootste gebruiker van stoommachines in Gorinchem, qua aantal ketels, aantal stoommachines en totaal gegenereerd vermogen. De zaken gingen goed tot 1900. Daarna liep de aanvoer van bieten terug.

 

In 1904 kwam de fabriek in handen van de NV Hollandia (Hollandsche fabriek van melkproducten en voedingsmiddelen) uit Vlaardingen. In 1919, werd de Centrale Suiker Maatschappij opgericht. Verschillende bedrijven, zoals de NV Wester Suikerraffinaderij, NV Hollandia en CV Van Loon & Co gingen hierin op. Tijdens de campagne was CSM de grootste werkgever in Gorinchem en omstreken. De aanvoer en verwerking van 90 miljoen kg bieten bood werk aan 700 werknemers. Door de economische crisis van de jaren dertig (en de Tweede Wereldoorlog) werd suiker in ieder geval tijdelijk weer een luxe product. Ook kreeg de overheid een grote rol bij het vaststellen van de bieten- en suikerprijs. Na de wereldoorlog werd  de suikerfabriek de grootste en modernste van West-Europa, met een zeer moderne raffinaderij.

 

Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde CSM twee strategische lijnen:

  • productontwikkeling, door de oprichting van een researchafdeling voor het ontwikkelen van producten op basis van suiker.
  • schaalvergroting door rationalisering van het productieproces en door overnames

Dit laatste paste in een trend: in 1968 ging de Nederlandse suikerregeling over in een EG-regeling (er werd zo feitelijk een onderdeel van het gemeenschappelijke landbouwbeleid van de EG) en in 1966 werd door de coöperaties (de aanbieders van grondstoffen) de Suiker Unie opgericht. Uit de door CSM gearrangeerde fusie tussen de chemische fabriek in Gorinchem en HVA de Schiedamse melkzuurfabriek van Handelsvereniging Amsterdam is de huidige PURAC divisie ontstaan. Geleidelijk werd de productie van melkzuur en afgeleide producten overgebracht van Schiedam naar Gorinchem. De onderneming groeide tot de belangrijkste producent van melkzuur en derivaten ter wereld. De hoofdvestiging staat in Gorinchem.

 

Relict van de suikerfabriek

Het fabrieksterrein is in de loop van de twintigste eeuw, met name na de transformatie tot chemische fabriek, ingrijpend gewijzigd. Rondom het oorspronkelijke complex is een groot aantal grootschalige volumes opgetrokken. Dat de negentiende-eeuwse kern hierbij behouden is, is vrij bijzonder. In 1898 werd de fabriek aangepast aan de fabricage van gecondenseerde melk in opdracht van V.H. Hummelinck, directeur van de N.V. "Hollandia".

 

De suikerfabriek met bijbehorend ketelhuis is gebouwd in 1871. Het is opgetrokken in een sobere traditionele baksteenbouw die kenmerkend is voor de vroege Nederlandse fabrieksarchitectuur. Opvallende details zijn de rijk opgezette gevelafsluiting: fries, samengesteld uit een reeks blindnissen en de gietijzeren vensterpartijen met karakteristieke kielboogtracering. In het interieur dragen met name de gietijzeren en stalen geklonken kolommen bij aan de monumentaliteit van het complex.