Vakschool voor meisjes Zutphen

Vakschool voor meisjes, Vispoortplein Zutphen, architect Leliman

Vakschool voor meisjes

Vispoortplein 1 Zutphen

Beeldbepalend pand

 

Opdrachtgever

Commerciële partij

 

Uitvoering

Cultuur- en bouwhistorische verkenning

Ruimtelijk onderzoek

2013

 

Architect

Friso Woudstra Architecten


Meteen buiten de historische stadskern van Zutphen ligt de in 1921 gebouwde voormalige ‘Vakschool voor meisjes’, gebouwd naar een ontwerp van architect Willem Leliman. Dit H-vormige complex werd gebouwd op een voor de gelegenheid gedempt gedeelte van de Vispoortgracht.  Deze gracht omringde het lunet waar in 1889 het door architect Metzelaers ontworpen gerechtsgebouw staat. De school heeft een prominente ligging en bepaalt het aanzicht van de zuidelijke entree van de oude stad.

 

Het historische complex heeft geen status als Rijks- of gemeentemonument. Het is echter wel aangewezen als beeldbepalend pand en ligt binnen het ‘Beschermd gezicht Zutphen’.  De school is al lange tijd uit het gebouw vertrokken en de laatste jaren deed het dienst als culturele broedplaats. Het is recent gekocht door een investeringscombinatie. De intentie is om op deze locatie een zogenaamd tweede fase levensloopbestendig wooninstelling te realiseren. Voor de nieuwe eigenaar was het van belang om zo vroeg mogelijk in het proces zicht te krijgen in de mogelijkheden die het object bood. Om die reden is al vóór de aankoop van de school advies ingewonnen bij diverse partijen. Res nova Monumenten heeft een bouw- en architectuurhistorische verkenning met waardering en aanbevelingen opgesteld, evenals (in samenwerking met Bangert en Van Hagen) de ruimtelijke analyse, inclusief onderzoek naar en waardering van de aanwezige flora.

 

Typologie van de school

In 1921 wordt meteen ten westen van het gerechtsgebouw, een vakschool voor meisjes opgericht. De school heeft een H-vormige plattegrond en is symmetrisch van opzet. De typologie van de H-vormige school is terug te voeren tot de Verenigde Staten, waar deze kenmerkend is voor een groot aantal (school)gebouwen uit de beginjaren van de twintigste eeuw. Door de specifieke H-vorm ontstaat aan de voorzijde een open plek (een verzamelplaats), die door de uitkragende aanbouwen een gevoel van geborgenheid opwekt.

 

Verschijningsvorm pand

Het hoofdvolume bestaat uit een tweelaags pand, gebouwd op een hoog basement en aan de bovenzijde afgesloten door een hoge, blinde attiek. Aan weerszijde kraagt het volume aan de voor- en achterzijde ongeveer anderhalve meter uit. Aan de voorzijde bevinden zich eenlaagse volumes geplaatst op een hoog souterrain, voorzien van een platdak met forse overstek. Het interieur van het hoofdvolume bestaat uit een volumebrede gang met aan weerszijde lokalen. De aangrenzende aanbouwen aan de voorzijde hebben een afwijkend vloerniveau en zijn middels trappen bereikbaar. De structuur van zowel de lokalen als de logistieke ruimten is in de loop der jaren meerdere malen gewijzigd. 

 

Tegen de zuidelijke kopgevel is in de jaren zestig (1966) een grote uitbreiding gerealiseerd, bestaande uit meerdere eenvoudig vormgegeven volumes die  middels een ietwat terugliggend, grotendeels glazen koppelstuk met het oude gebouw verbonden worden.

 

Ruimtelijke inbedding

De huidige ruimtelijke inbedding is helaas niet meer representatief voor de oorspronkelijke opzet. Op oude foto’s zien we dat in het ontwerp, bij de positionering van het gebouw en het voorliggende plein, de entree tot de stad (via de voormalige Vispoort) leidend is geweest. De basis van de stedenbouwkundige invulling van het plein was een open ruimte met een rechte as die leidde tot de toegang tot het ’s Gravenhof. Dit ruime plein vóór de stadsentree werd aan de ene kant geflankeerd door het water (de haven), aan de andere zijde door de parallel aan het plein gelegen Vakschool van Leliman en aan de zuidzijde werd het afgesloten door een paar herenhuizen uit 1903.

 

De Vakschool voor meisjes lag niet direct aan het plein maar op enige afstand. Tussen het plein en de school was een ruim ‘plantsoen/tuin’ aangelegd op basis van een geometrisch ontwerp. Via een dubbele entree aan het plein, dat als een halfrond pad werd aangelegd en in het midden toegang gaf tot een centraal pad, kon men de hoofdingang van de school bereiken. De symmetrische en klassiek geometrische opzet van het plantsoen vóór de school geven zowel de locatie van de school zelf als het plein een parkachtige en groene uitstraling.

 

De huidige tuin heeft duidelijke veranderingen ondergaan gedurende de laatste 50 jaar. De meest in het oog springende aanpassing werd ingegeven door een drastische wijziging van de infrastructuur in de jaren tachtig. Hierdoor is de parkachtige omgeving aan de voorzijde doorsneden. Het nieuw aangeplante parkachtige deel aan de haven staat visueel los van het resterende groen bij de voormalige school en de opzet van een open plein met aan de ene zijde water en aan de andere zijde groen is daarmee verloren gegaan. Ook daarna zijn wijzigingen aangebracht gezien de leeftijdsopbouw van het groen. Van een herkenbare, bij het pand ontworpen groenstructuur is derhalve geen sprake meer. Op dit punt vormen de twee zuileiken aan de westzijde en een paardenkastanje aan de noordzijde een uitzondering. De twee zuileiken zijn het meest vitaal en markant. Ze verwijzen met hun positionering en uitstraling naar de eerdere verbondenheid met het groen aan de overzijde. De drie bomen zijn door de gemeente Zutphen op lijst van bijzondere bomen gezet en kennen daardoor een beschermde status.