Villa van Servais
Putseweg 44 Putte
Rijksmonument
Opdrachtgever
Commercieel bedrijf
Uitgevoerd door drs Don Rackham, namens Monumentenhuis Brabant
Uitvoering
Bouwhistorisch onderzoek
2016
Architect
Oomen Architecten
Aan de Putseweg 44 te Putte ligt de negentiende-eeuwse villa Bieduinenhof. Deze villa wordt in de volksmond ook aangeduid met de naam ‘Villa van Servais’, verwijzend naar de oprichter van het huis. De eigenaar wenst het pand, een rijksmonument te verbouwen. Vanwege de status als rijksmonument is een bouwhistorisch onderzoek verplicht. Het onderzoek is door drs Don Rackham uitgevoerd namens Monumentenhuis Brabant.
Bouw van het huis: Servais
Het landhuis werd in 1883 gebouwd op de heide en stuifzandgronden ten noorden van Putte. Topografische kaarten laten zien dat het landschap ten zuiden van het latere landhuis vooral bestond uit heide (met enige ontginningen langs de Putseweg) en dat het noordelijke gebied met name duingebied was. Het huis en het landgoed werden ontwikkeld door de Antwerpse familie Servais. Dhr Servais was houtvester, een wetenschappelijk opgeleide bosbouwkundige, die was belast met het beheer van een bosgebied.
Het huis is in het eerste kwart van de twintigste eeuw tot twee keer toe ingrijpend verbouwd. Het oorspronkelijke, in 1883 gebouwde pand had een samengestelde karakteristiek, bestaande uit een traditioneel herenhuis aan de rechterzijde, dat aan de linkerzijde was uitgebreid met een luxe tuinkamer en een laatmiddeleeuws ogende traptoren. Het huis werd aangeduid als villa Bieduinenhof.
Verbouwing in jugendstil
Op foto’s uit het begin van de twintigste eeuw zien we dat het landhuis een opvallend ander karakter heeft gekregen. Deze verbouwing heeft met name betrekking gehad op de vensteropeningen op de begane grond. Hierbij heeft de karakteristieke laat-negentiende-eeuwse opzet plaats gemaakt voor een bijzondere detaillering die sterk beïnvloed is door de jugendstil. Het is niet geheel duidelijk wanneer de aanpassingen zijn doorgevoerd, maar de jugendstil kende haar hoogtijdagen in 1890-1910. In België kwam dit veel meer van de grond dan in Nederland. Antwerpen, de stad van Servais, kent nog een groot aantal voorbeelden die in verfijning en detaillering in Nederland nauwelijks voorkomen. Gelet op de korte periode waarop de jugendstil werd toegepast, in combinatie met de verfijning van de uitvoering en het gegeven dat Servais Belgisch was, lijkt het aannemelijk dat deze wijzigingen rond 1900-1910 hebben plaatsgevonden.
Wijziging van het dak
De villa werd in 1911 aangekocht door de familie Cassiers. Cassiers was eigenaar tot 1957. Gedurende deze periode is het huis nog een keer aanzienlijk verbouwd. Een exacte datum voor de verbouwing is onbekend, maar gelet op de architectonische vormgeving, lijkt het waarschijnlijk dat dit in de periode 1911-1925 is geweest. Bij deze verbouwing werd het oorspronkelijke zadeldak verwijderd en vervangen door een hoge mansardekap. Aan de nieuwe voorgevel, de westzijde, werd de mansarde aan het zicht onttrokken door een trapgevel (met kantelen) en arkeltoren, waatmee werd aangesloten op de karakteristiek van de traptoren. De overgang tussen oude bouwlagen en nieuwe kapverdiepingen werd geaccentueerd door een nieuw boogfries. Aan de zuidzijde werden grote Vlaamse gevels geplaatst. Aan de achterzijde grote, houten kapellen onder platdak.
Uitbreiding
In 1958 wordt Bieduinenhof gekocht door de familie Van Mierlo en wordt er een verzorgingstehuis gerealiseerd. In het kader van deze functie wordt een groot nieuw volume ten oosten van het hoofdhuis opgetrokken. Een bestaand eenlaags gebouw wordt hiervoor afgebroken. Het nieuwe volume wordt door middel van een eenlaags tussenstuk onder plat dak met het hoofdgebouw verbonden. Bij deze verbouwing worden de bijzondere jugendstil-vensters verwijderd en ontstaat de huidige opzet.