Wederopbouwboerderijen Berlicum

Wederopbouwboerderijen Laar en Oud Laar Berlicum, cultuurhistorische waardenindicatie

Wederopbouwboerderijen

Laar en Oud Laar Berlicum

 

Opdrachtgever

Gemeente Sint-Michielsgestel

 

Uitvoering

Cultuurhistorische waardenindicatie 4 boerderijen tbv potentiele aanwijzing als cultuurhistorisch waardevol object

2020


De gemeente Berlicum kent een bijzonder hoge concentratie boerderijen die meteen na de Tweede Wereldoorlog, tussen 1945 en 1956 zijn gebouwd. Deze boerderijen dragen in hoge mate bij aan de karakteristiek van het buitengebied. Een gedeelte van de boerderijen is in de loop van de tijd verbouwd en fungeert als woonhuis, een deel is nog in bedrijf. Met de ontwikkelingen in de agrarische sector staan gemeenten met een hoge concentratie agrarische bebouwing voor een uitdaging: hoe om te gaan met deze boerderijen als ze niet meer als boerenbedrijf in gebruik zijn. Het is van belang dat hier op voorhand goed over wordt nagedacht, temeer ook vanwege de vaak hoge ruimtelijke en architectuurhistorische waarde die deze gebouwen vertegenwoordigen. Een van de mogelijkheden die kunnen bijdragen aan behoud van boerderijen, is woningsplitsing. Vigerend beleid biedt hiervoor de ruimte, met als voorwaarde dat de boerderij kan worden aangemerkt als cultuurhistorisch waardevol object.

 

Res nova Monumenten is gevraagd om een cultuurhistorische waardenindicatie voor een viertal boerderijen in het gebied Laar-Oud Laar op te stellen. Deze notities dienen als onafhankelijke onderbouwing om vast te kunnen stellen of de boerderij als cultuurhistorisch waardevol object kan worden aangemerkt.

 

3 wederopbouwboerderijen

Een drietal van de vier boerderijen is gebouwd in de jaren 1949-1950. Ze zijn alle drie opgetrokken naar een ontwerp van de uit Berlicum afkomstige architect H. Tibosch, rayonarchitect voor het Bureau Wederopbouw Boerderijen. Het BWB was een instituut dat in 1940, nadat in april van dat jaar zo’n 800 boerderijen werden verwoest of beschadigd, werd opgericht om de wederopbouw van boerderijen ten behoeve van de noodzakelijke voedselvoorziening in goede banen te leiden. Dit is de zogenaamde ‘eerste wederopbouw’. Ook het beëindigen van de oorlog, gedurende de ‘tweede wederopbouw’ fungeerde het BWB als centraal orgaan vanwaar de wederopbouw van het boerderijenareaal werd aangestuurd.  

 

De boerderijen in Laar-Oud Laar zijn typologisch gezien karakteristiek voor de boerderijen die in de jaren na 1945 op grote schaal in het buitengebied van de gemeente Berlicum werden gebouwd. In materialisatie (baksteen, rode muldenpannen, hout bij het voorhuis) en in vormgeving (hoofdopzet traditionele langgevelboerderij, zadeldak met wolfseinden, sobere baksteenornamentiek, symmetrie van de gevels van het voorhuis, traditionele opzet vensters voorhuis, gebruik van hanenkammen en bakstenen lekdorpels) gelden deze boerderijen als fraai voorbeeld van de in die tijd heersende esthetische, traditionalistische kenmerken. De moderne materialen die zijn toegepast in het achterhuis (de betonvensters) voegen zich naar de traditionele hoofdopzet van het gebouw en dragen bij aan de voor de wederopbouwperiode karakteristieke esthetica. Daarnaast spelen bij deze boerderij de nieuwste inzichten (ventilatiestroken bij de vensters voor een goede ventilatie, stenen plafonds vanwege de brandveiligheid, et cetera) een belangrijke rol.

De boerderijen vertegenwoordigen een hoge typologische waarde als voorbeeld van een (vroege) wederopbouwboerderij, gebouwd door het Bureau Wederopbouw Boerderijen.

 

 Door de zeer hoge concentratie boerderijen uit de wederopbouwperiode vormt het landelijk gebied ten oosten van Berlicum hierdoor een toonbeeld van de naoorlogse agrarische architectuur. Doordat vrijwel alle boerderijen uit de pen van één architect komen, H. Tibosch, is bovendien sprake van een sterk esthetisch samenhangend ensemble, waarbij tussen de gebouwen in detaillering, formaat en compositie toch een zeer aangenaam afwisselend geheel is ontstaan. Het ensemble van boerderijen draagt in hoge mate bij aan de kwaliteit van het buitengebied: de boerderijen versterken elkaar. Het gegeven dat vrijwel alle boerderijen van kort na 1945 dateren, vormt daarnaast indirect een belangrijke herinnering aan de verwoestingen die dit deel van het land in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog heeft doorstaan, waarbij vrijwel geen enkele vooroorlogse boerderij werd gespaard. Ze vertegenwoordigen tegelijkertijd ook de veerkracht van de jaren na de oorlog en het belang dat vrijwel meteen na de bevrijding aan de agrarische sector werd gehecht. Mede door de inzet van het Bureau Wederopbouw Boerderijen, dat kon leunen op de ervaringen in de meest moderne ontwikkelingen in de agrarische sector die door de personeelsleden was opgedaan in de jaren dertig (Wieringermeer), kon binnen relatief korte tijd een groot aantal boerderijen weer worden herbouwd en de productie worden hervat (op een meer efficiënte wijze met daardoor een hogere productie).

 

De drie onderzochte wederopbouwboerderijen zijn gaaf behouden. De oorspronkelijke gevelstructuur en dakopbouw is nog aanwezig/herkenbaar en wijzigingen die zijn doorgevoerd zijn reversibel (met name dakkapellen en vernieuwde vensters).

 

Jaren-dertigboerderij

De boerderij Laar 27 is een van de weinige boerderijen die gedurende de oorlog niet werd verwoest. Niettemin tonen de vele kogelinslagen en granaatschade aan de gevels dat ook deze boerderij de dans niet is ontsprongen. De boerderij vormt, zeker binnen het gebied Laar-Oud Laar, de enige herinnering aan het vooroorlogse agrarische areaal en toont tot op heden de fysieke sporen van de verwoestende strijd die hier is uitgevochten.

 

De boerderij is gebouwd in de jaren dertig. Typologisch gezien is ze karakteristiek voor de regio: langgevelboerderij met dwarsdeel waarbij het achterhuis nog op de traditionele wijze is opgetrokken, met houten balklaag (zichtbaar aan de gevelankers van de balklaag). Esthetisch gezien sluit de boerderij aan op de sober expressionistische jaren-dertigarchitectuur. Elementen zoals de (verschillende) metselverbanden, in het bijzonder het Vlaams verband, de liggende vensters, de karakteristieke detaillering van de ontlastingsbogen en het onder een rechte latei plaatsen van de poort, dragen in hoge mate bij aan een geheel eigen verschijningsvorm. Dit onderscheid wordt verder benadrukt door het groot aantal traditionele, streekgebonden wederopbouwboerderijen in de directe omgeving.  Hoewel er geen tekeningen van de boerderij bekend zijn, is het op grond van esthetische elementen nagenoeg zeker dat ook deze boerderij door de uit Berlicum afkomstige architect Tibosch is ontworpen.