Boerderij Beijlshof

Boerderij Beijlshof Heijthuijsen

boerderij Beijlshof

Beijlshof 1 Heythuysen

Geen status

 

Opdrachtgever

Stichting het Limburgs Landschap

 

Uitvoering

Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek.

2019


Boerderij de Beijlshof is gelegen in het buitengebied van Heythuysen. De boerderij en het omliggende landschap is al enkele decennia eigendom van het Limburgs Landschap. De boerderij heeft geen status als monument, vermoedelijk omdat tegen de oude volumes enkele jongere schuren zijn gebouwd. Het vertegenwoordigt niettemin een hoge historische waarde. Vanwege de aanwezige waarden en de relatie tot het gaaf behouden eeuwenoude agrarisch landschap, wil het Limburgs Landschap de boerderij waarborgen door deze als monument aan te wijzen.

 

De Beijlshof is een van de oudste boerderijen van de gemeente Leudal en behoorde tot het eigendom van de heren van Horn. Het kampenlandschap waarin de boerderij is gelegen, is sinds 1800 nauwelijks gewijzigd en de negentiende-eeuwse heideontginningen in het zuidelijke deel (die vanuit de Beijlshof door de heren van Horn zijn ontgonnen), zijn nog aanwezig. Binnen dit historisch waardevolle agrarische landschap vormt de Beijlshof het hart. Uit het bouwhistorisch onderzoek is naar boven gekomen dat de kern van het huidige complex, de boerderij- en de schuurvleugel, zijn terug te voeren tot de achttiende eeuw, waarbij bij de schuur sprake is van een nog oudere vakwerkconstructie.

 

Het casco van de boerderijvleugel is gaaf behouden, inclusief de structuur van het volume en de eiken spantconstructie. Daarnaast heeft het voorhuis nog diverse authentieke en vroeg-twintigste-eeuwse interieurelementen behouden, waardoor de belevingswaarde van het interieur hoog is. De vensterpartijen zijn in hun huidige opzet ontstaan aan het begin van de twintigste eeuw en vormen als zodanig een relevant onderdeel uit de ontwikkelingsgeschiedenis van het pand. Hoewel de stal in de tweede helft van de vorige eeuw in grupstal is veranderd en de betonvensters zijn geplaatst (waarmee de oorspronkelijk opzet is aangetast), zijn er voldoende bouwhistorische aanknopingspunten om inzicht te krijgen in de oorspronkelijke opzet.

 

De schuur is, ondanks de verschillende volumes die tegen de langgevels zijn gebouwd, gaaf behouden. Vanwege het authentieke achttiende-eeuwse casco, de herkenbaarheid van de oorspronkelijke dwarsdeelopeningen, de eikenhouten vakwerkconstructie en de interne scheiding tussen oogstschuur (deel en tassen) en de stal (oostelijke traveeën) vertegenwoordigt de schuur een zeer hoge bouwhistorische waarde. De toevoeging van de poort in de westgevel past niet binnen de vooroorlogse geschiedenis van de schuur, maar is vanuit typologisch oogpunt een stap die aansluit op de algehele ontwikkelingsgeschiedenis van de grote boerderijcomplexen in Midden- en Noordlimburg.

 

De stal die beide hoofdvolumes verbindt is gaaf behouden. Typologisch gezien past de plaatsing van dit aan het eind van de negentiende eeuw gebouwd volume binnen de ontwikkelingsgeschiedenis van de grote boerderijcomplexen in Midden- en Noordlimburg (Noordlimburgse hoftype). De vrijstaande stal ten zuiden van de boerderij is in de loop van de twintigste eeuw veelvuldig en ingrijpend verbouwd. Uit het onderzoek is echter gebleken dat een deel van deze stal het oorspronkelijk achttiende-eeuwse bakhuis omvat.

 

Het bouwhistorisch onderzoek wordt ingezet om het pand om de lijst van gemeentelijke monumenten te krijgen. Daarnaast zal het worden ingezet als onderlegger voor de herbestemming van de boerderij.