Boerderij en relict spieker De Hazeldonk

Boerderij en spieker Hazeldonk te Liessel, bouwhistorie

boerderij De Hazeldonk

Hazeldonkseweg 18 Liessel

Gemeentelijk monument

 

Opdrachtgever

particulier

 

Uitvoering

Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek: 2018

Effecttoets: 2019

 

Architect

Rob van Leuven Architect bna


Ten westen van de kern van Liessel bevindt zich, langs de Hazeldonkseweg 18, de negentiende-eeuwse boerderij Hazeldonk. De dwarshuisboerderij van het type krukhuis is in zijn huidige verschijningsvorm rond 1875 ontstaan. De Hazeldonk is een gemeentelijk monument. De eigenaar wenst de boerderij te herbestemmen, restaureren en verbouwen.

 

Het goed De Hazeldonk wordt al in de veertiende eeuw genoemd en is eigendom van het klooster Binderen te Helmond, een abdij voor voorname adellijke dames. Gelet op de voor de handen zijnde pachtoverzichten, was de boerderij een voornaam complex, vanwaar niet alleen landbouw en veeteelt werd gedreven, maar dat ook productiebossen beheerde. De Hazeldonk was vanaf de achttiende eeuw eigendom van de Heren van Vlierden. Aan de Hazeldonk was een jachtrecht verbonden. Bij de boerderij werd een residentie gerealiseerd: een spieker, bestaande uit een rechthoekig volume van twee bouwlagen met aan de achterzijde een uitbouw. De spieker was via een klein koppelstuk met de hoeve verbonden. De oorspronkelijke opzet van deze spieker is aan de hand van het veelvoud aan nog zichtbare bouwsporen in hoofdlijnen ter reconstrueren.

 

In de periode 1860-1873 wordt de oude boerderij, die was gelegen op het tracé van de huidige weg, gesloopt. De spieker wordt verbouwd tot eenlaags voorhuis en voorzien van een achterhuis. Deze nieuwe boerderij presenteert zich als een krukhuisboerderij, waarbij het voorhuis aan één zijde is uitgebreid. Een dergelijke typologie is atypisch voor het Peelgebied. De opzet van de boerderij kan worden verklaard vanuit de bijzondere geschiedenis van het pand, waarbij het achterhuis in 1860-1873 tegen een bestaand volume is opgetrokken. De atypische opzet is dus het resultaat van de voorgeschiedenis van het complex.

 

Aan het begin van de twintigste eeuw wordt het achterhuis uitgebreid met een doorrijschuur. In de jaren vijftig wordt het complex ingrijpend verbouwd. Het achterhuis wordt voorzien van nieuwe grupstallen, waarbij de voormalige potstallen en deel verdwijnt. Ten behoeve van de nieuwe inrichting worden diverse wijzigingen aan de gevels doorgevoerd: dichtzetten bandeuren, plaatsen betonvensters en staldeuren, afsmeren noordwest gevel met cement. Door de vele aantastingen is de bouwhistorische waarde van het achterhuis als geheel laag. Bij deze werkzaamheden wordt ook het voorhuis verbouwd, waarbij ingrijpende wijzigingen aan het exterieur (vervangen alle vensters en deuren door afwijkend formaat, aanpassen dak) en interieur (volledig nieuwe indeling met behoud maar ingrijpende aanpassing oude, grote rookkanaal (als een blok in de woning) en verkleinen opkamer en kelder; aanbrengen hal in achterhuis met toilet en douche) plaatsvinden. Ondanks deze ingrepen is de bijzondere karakteristiek van de spieker nog steeds herkenbaar. Het voorhuis vertegenwoordigt dan ook een hoge bouw- en architectuurhistorische waarde.

 

Naar aanleiding van de bevindingen van de rapportage en een door de Monumentenwacht Brabant opgesteld conditierapport, heeft ir Rob van Leuven Architect bna een plan opgesteld, waarbij het voorhuis wordt gerestaureerd en verbouwd en het in een zeer slechte staat verkerende achterhuis wordt gesloopt en er, geïnspireerd door de historische karakteristiek van het achterhuis, een nieuw volume wordt gerealiseerd. Dit plan is door getoetst middel van een bouw- en architectuurhistorische effecttoets.