Voormalige fabriek Nijmegen
Graafseweg 250 Nijmegen
Aandachtslijst cultureel erfgoed
Opdrachtgever
Commerciële partij
Uitvoering
Bouwhistorische verkenning
2019
Gelegen op het terrein tussen de Graafseweg en de Oude Graafseweg, nabij de kruising met de Wolfskuilseweg te Nijmegen ligt een in oorsprong laat-negentiende-eeuws fabriekscomplex. Graafseweg 250 vormt een gedeelte van dit voormalige complex. Het bestaat uit diverse volumes, daterend uit verschillende bouwfasen. Enkele volumes hiervan zijn opgenomen op de gemeentelijke Aandachtslijst Cultureel Erfgoed. Deze in 2015 opgestelde lijst is opgezet als signaleringslijst met als doel betrokken partijen te attenderen op de (mogelijke) cultuurhistorische waarde van de betreffende gebouwen en objecten. Vanwege de plaatsing op de aandachtslijst stelt de gemeente ten behoeve van een potentiele ontwikkeling als vereiste dat een bouwhistorisch onderzoek naar het complex wordt verricht als onderdeel van het vergunningentraject.
De volumes maken deel uit van het fabriekscomplex dat in 1890 op de locatie van de buitenplaats Woestenhoven tot stand kwam. Het vertegenwoordigt een tweede fase in de geschiedenis van het fabriekscomplex dat aan het eind van de 19e eeuw de naam Hollandia droeg en later overging in de NV Nijmeegsche Confederatie te Heesch. Daar waar de nu nog aanwezige bebouwing aan de Oude Graafseweg, de oudste fase, was gericht op de roomboterproductie (en dus een zuivelbedrijf was), was de ontwikkeling op het achterterrein deel van de vleesverwerkingsindustrie. Beide vormden samen één confederatie, maar waren in feite geheel op zichzelf staande complexen. Uit het bouwarchief blijkt dat de vleesverwerkingsfabriek oorspronkelijk aanzienlijk groter was en dat er, naast de twee nog aanwezige gebouwen, nog een drietal volumes heeft gestaan.
Het oudste volume dateert uit 1893 en is gebouwd als een bedrijfspand (machinekamer met drie stallen) met bovenwoning. Het was het eerste gebouw dat op het terrein achter de zuivelfabriek aan de Oude Graafseweg werd opgetrokken. Het maakte van oorsprong deel uit van een groter geheel, waarbij aan weerszijde van het tweelaags volume, een lange eenlaags stalvleugel stond. Deze stalvleugels zijn al vrij snel weer gesloopt. Het gebouw is, zowel wat betreft gevelindeling als structuur en uitmonstering in de loop van de tijd ingrijpend gewijzigd.
Rond 1900 werd, als laatste toevoeging aan de vleesverwerkingsfabriek, het grote, nog aanwezige vierlaags gebouw opgetrokken. Het pand is in haar omvang, gevelgeleding (herkenbaar maar aangetast) en detaillering (muizentandlijst) kenmerkend voor de sobere fabrieksarchitectuur die rond de eeuwwisseling werd toegepast. De belevingswaarde van het complex is echter vanwege de latere wijzigingen en ontwikkelingen rondom (en tegen) de fabriek, laag