Wilhelminasingel 104 Maastricht
Rijksmonument
Opdrachtgever
Particulier
Uitvoering
Bouwhistorisch onderzoek
2018
Architect
Trans Form Architecten
Samenwerking
Stichting Restauratie Atelier Limburg
Gelegen aan de Wilhelminasingel, onderdeel van de singelstructuur die na de ontmanteling van de vestingwerken tot stand kwam, ligt het vroeg twintigste-eeuwse pand Wilhelminasingel 104. De eigenaar van het rijksmonument heeft de intentie om het monument enig onderhoud uit te voeren en in het interieur binnen de bestaande structuur enkele nieuwe functies onder te brengen (badkamers en keuken). Vanwege de status als rijksmonument stelt de gemeente ten behoeve van de beoogde werkzaamheden als vereiste dat een bouwhistorisch onderzoek naar het pand wordt verricht als onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning.
Stationsbuurt
De Stationsbuurt in Wyck was bestemd voor de betere klassen. Vanwege de gunstige ligging nabij uitvalswegen en het spoor was dit een aantrekkelijke locatie voor handelaren en winkeliers. Door het type bebouwing, winkels met bovenwoningen, hotels en andere uitspanningen, was de realisatie niet alleen een voorbeeld van stadsuitleg maar ook van een nieuw type stad dat kenmerkend is voor de tweede helft van de negentiende eeuw.
De ontwikkeling van de wijk was gekoppeld aan de aanleg van de centrale as, de Percee die het station met de Maasbrug verbond en de aanleg van drie rond de stad getrokken boulevards (Wilhelminasingel, Alexander Battalaan en Spoorweglaan). De westelijke boulevard, de Wilhelminasingel, volgde het tracé van de voormalige hoofdgracht van de vestingwerken van Wyck. Het ontwerp voor de Stationsbuurt dateert uit 1882 en kort daarna wordt de infrastructuur, waaronder de Wilhelminasingel, aangelegd en worden de kavels in fasen verkocht, beginnende bij de kavels aan de Stationsstraat en de ten zuiden daarvan gelegen straten. Bij de verkoop van de kavels waren enige voorwaarden verbonden. Zo moest het kavel binnen 2 jaar zijn bebouwd met maximaal één huis en minimaal één bovenverdieping bevatte. Langs de Wilhelminasingel en de Stationsstraat werd een minimale bouwhoogte van 12 meter vereist. Verder moesten de hoekpanden worden voorzien van een afschuining.
Wilhelminasingerl 104
Het in 1899-1900 gebouwde woonhuis Wilhelminasingel 104 is ontworpen door architect Joseph Hollmann-Schous. Deze architect is verantwoordelijk voor een aantal panden in het centrum en de laat-negentiende-eeuwse uitbreidingswijken uit de periode 1890-1920. Al deze panden zijn aangewezen als rijksmonument. Het woonhuis is opgetrokken in een rijk uitgevoerde, eclectische architectuur die kenmerkend is voor de bebouwing die in de periode circa 1885-1910 in de Stationsbuurt en in het bijzonder de Wilhelminasingel werd toegepast. De voorgevel van het pand is gaaf behouden, inclusief de eikenhouten kozijnen, deuren en vensters. De structuur van het interieur is, met uitzondering van de zolderverdieping en de verdieping van de aanbouw, nog identiek aan de oorspronkelijke situatie anno 1900. De oorspronkelijke uitmonstering van het interieur is nog grotendeels aanwezig, zowel wat betreft elementen (paneeldeuren, schuifdeuren, architraven, wandkasten, lift, trappenhuis, een deel van het deur- en raambeslag, hardstenen schouwmantels) als decoratie (mozaïekvloeren op de bel etage, cementtegelvloer in het souterrain, stucplafonds, glas-in-lood en enkele historische wandafwerkingen).
Jean Wingen
Een belangrijk element in het interieur van de Wilhelminasingel, zijn de schilderingen van Jean Wingen. De huidige schilderingen zijn relicten van een oorspronkelijk groter geheel. Rondom de ‘panelen’ met kastelenlandschap in de vestibule en de tuinkamer is in een later stadium een laag synthetische verf aangebracht. Jean Wingen, geboren in 1874 in Keulen, verhuisde in 1888 met zijn ouders naar Maastricht waar hij werkzaam was als decoratieschilder. Van zijn decoratiewerk is nauwelijks iets bewaard gebleven. De panelen in Wilhelminasingel 104 zijn de enige, nog bekende relicten. Aangezien Wingen decoratieschilder was, is het zeer waarschijnlijk dat hij verantwoordelijk is geweest voor het (decoratieve) schilderwerk in het gehele interieur. Met name na de Eerste Wereldoorlog was Wingen productief. Hij had gedurende de oorlogsjaren een procedé ontwikkeld en gepatenteerd waarmee hij verf kon ontwikkelen, zonder bepaalde grondstoffen die gedurende deze jaren niet voorhanden waren. Dit gaf hem een groot voordeel en zorgde voor een goed gevulde opdrachtenportefeuille. Naast interieurs was hij vooral verantwoordelijk voor grote gevelschilderingen (reclames). Ook deze zijn vrijwel allemaal verdwenen (geschilderd dan wel pand gesloopt). In Valkenburg is op de hoek van de Lindenlaan en Jan Deckerstraat nog een bijzonder exemplaar bewaard gebleven.