Willem II Singel 33 Roermond
Beschermd Stadsgezicht
geen monumentenstatus
Opdrachtgever
Thijs Hendriks Architekt
Uitvoering
Bouwhistorisch onderzoek
2018
Gelegen aan de Willem II Singel, onderdeel van de stadsontwikkeling die na de ontmanteling van de vestingwerken tot stand kwam, ligt het rond 1900 gebouwde Willem II Singel 33. Het pand ligt binnen het beschermd stadsgezicht. Het heeft geen status als rijks- of gemeentelijk monument. De eigenaar van het pand heeft de intentie om het monument te herbestemmen, verbouwen en te restaureren. Hierbij wordt het pand opgesplitst in meerdere appartementen, verdeeld over het hoofdvolume, het achterhuis en de schuur. Vanwege de ligging binnen het beschermd stadsgezicht, stelt de gemeente ten behoeve van de beoogde werkzaamheden als vereiste dat een bouwhistorisch onderzoek naar het pand wordt verricht als onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning. Doel van het onderzoek is om een onafhankelijke waardenstelling op te voeren op basis waarvan de voorgestelde plannen getoetst kunnen worden.
Stadsuitbreiding
Het pand Willem II Singel 33 is gelegen in de oostelijke zijde van de Willem II Singel. Het volume vormt het centrale pand in een gevelwand bestaande uit een vijftal woningen. Pal achter het pand staat de grote Baco-fabriek, die de woningen aan dit deel van de singel scheidt van de ten oosten gelegen spoorweg. Een steeg (privéterrein) ontsluit de achterhuizen/schuurtjes die achter de woningen zijn gelegen. De Willem II Singel is in de jaren zeventig van de negentiende eeuw aangelegd op de gronden van de ontmantelde vestingwerken. In de hierop volgende decennia werd de straat volgebouwd. Tot op heden vormt de straat als geheel een staalkaart aan architectuurstijlen uit de periode 1870-1910, variërend van classicistische, gepleisterde woningen, tot sobere baksteenarchitectuur, neorenaissance en een combinatie van deze stijlen (eclecticisme).
Het huis
Willem II Singel 33 wordt gevormd door een drietal met elkaar verbonden volumes: het aan de straat gelegen hoofdhuis, een tweelaags achterhuis en een iets later gebouwde werkplaats/schuur op het achterste gedeelte van het kavel. De gedetailleerde voorgevel van het hoofdhuis (vensters uitgezonderd) is gaaf behouden en vormt een representatief voorbeeld van een stadswoning uit circa 1900. De achtergevel van het achterhuis is eveneens gaaf behouden. De karakteristieke sobere gevel (zowel wat betreft opzet van de gevel als detaillering van de vensterpartijen) is kenmerkend voor de achterkantarchitectuur van dergelijke stadspanden uit circa 1900. Het interieur van het hoofdvolume is wat betreft structuur authentiek en representatief voor de typologie van een stadswoning uit de periode 1880-1920. Met uitzondering van enkele behouden interieurelementen, is de historische belevingswaarde van het interieur beperkt en vooral aanwezig in de gang.
Het achterhuis is in hoofdopzet gaaf behouden. Met name vanwege de typologie en door de decoratieve toets van de vanaf het hoofdhuis zichtbare gevel, heeft het achterhuis een hoge belevingswaarde.