Van der Werff te Nijmegen: warenhuis uit de wederopbouw

Van der Werffpand, Plein 1944 Broerstraat Nijmegen, architectuurhistorisch onderzoek wederopbouw Pouderoyen gemeentelijk monument

Van der Werffgebouw

Plein 1944 151 – Broerstraat 70 Nijmegen

Gemeentelijk monument

 

Opdrachtgever

Commerciële partij

 

Uitvoering

Bouw- en architectuurhistorisch onderzoek

2020

 

Architect

 

Flow Architecten


Opmaat

Tussen de Broerstraat en Plein 1944 ligt het Van der Werffgebouw. Dit in 1952 gebouwde warenhuis, opgetrokken naar een ontwerp van Cees Pouderoyen maakt deel uit van de grootschalige vernieuwing van de binnenstad in de wederopbouwperiode. Het pand verbindt de primair winkelstraat met het na de oorlog nieuw aangelegde centrumplein en heeft om deze reden een duidelijk dubbelfront. Het Van der Werffgebouw is aangewezen als gemeentelijk monument

 

De eigenaar heeft de intentie om de al decennia leegstaande verdiepingen van het pand te herbestemmen tot wooneenheden. Voorafgaand van de beoogde werkzaamheden stelt de gemeente vanwege de status als gemeentelijk monument als vereiste dat een bouwhistorische verkenning wordt verricht als onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning.

 

Typologie en bouwstijl

Het Van der Werffpand is gebouwd naar een ontwerp van Cees Pouderoyen. Pouderoyen heeft niet alleen in Nijmegen een groot aantal volumes heeft gebouwd maar ook ver daarbuiten zowel als architect en als stedebouwkundige zijn stempel op de wederopbouw van Nederland heeft weten te zetten.

 

Het Van der Werffpand vormt een belangrijk project binnen zijn architectonisch oeuvre en is een representatief voorbeeld van een grootschalig opgezet volume uit de vroege wederopbouwperiode. Het werd gebouwd als warenhuis, waarbij de toonzalen waren verspreid over vier bouwlagen. Het past hierbij in een typologische traditie die in het interbellum voeten aan de grond kreeg en met name na de oorlog (in Nijmegen) een vlucht nam en representatief is voor het geloof in de toekomst en het opkomende kapitalisme. Bijzonder is dat Van der Werff ook al vóór de oorlog een meerlaags warenhuis heeft laten bouwen. Het Van der Werffpand is gebouwd in een shake hands architectuur, waarbij principes uit de zakelijke bouwkunst en het traditionalisme tot een uniek Nederlandse architectuur leidde. Pouderoyen, die zich in de jaren dertig affilieerde met de Opbouw en nadien als leerling van Granpré Molière meer vanuit een traditionalistische gedachtegoed werkte, wist als geen ander beide stijlen/stromingen te verenigen.

 De architectuur van het Van der Werffpand vindt haar inspiratie in de Italiaanse palazzoarchitectuur. Dit uit zich niet alleen in de samenstelling van de bouwvolumes en het gebruik van een toren ofwel campanile (in gebruik als lifttoren), maar ook in de geleding van de individuele volumes (zowel horizontaal als verticaal) en het gebruik van een terugliggende dakopbouw. Aanpassingen aan het pand hebben de oorspronkelijke zeggingskracht van de architectuur enigszins teniet gedaan. Typologisch gezien is door de sloop van het tweelaags volume aan de westzijde, de referentie naar de Italiaanse palazzoarchitectuur (het concept van de loggia) verstoord. Door de opzet van de nieuwbouw wordt hier wel nog enigszins naar verwezen. Door de wijzigingen aan de winkelpuien is het oorspronkelijke concept van de zwevende bouwmassa, waaronder op zichzelf staande etalagekasten zijn geplaatst, verstoord. Oorspronkelijk had de begane grond een veel meer open opzet, waarbij tussen de kolommen van de betonconstructie diverse etalagekasten waren opgesteld, waartussen het wandelend publiek kon flaneren (en naar binnen werd gelokt). De opzet van de winkelpuien is nadien meerdere malen gewijzigd.

Ondanks de aanpassingen vormt het Van der Werffpand een van de hoogtepunten binnen het Nijmeegse pandenareaal uit de wederopbouwperiode.

 

Het Van der Werffpand is kenmerkend voor zijn periode in de wijze waarop ambacht en vernieuwing zijn verenigd. Met uitzondering van de sloop van de achterbouw is het oorspronkelijke concept gaaf behouden. Enkele authentieke aspecten, die in hoge mate bijdragen aan de belevingswaarde van het pand, zijn:

  • De betonconstructie, in het bijzonder het contrast tussen de paddestoelkolommen aan de oostzijde en het Hennebiquesysteem aan de westzijde. De ronde opzet van de kolommen in het westelijke volume is tijdens de bouw ontstaan. De oorspronkelijke opzet met rechte kolommen is nog herkenbaar. De ronding verstoort de oorspronkelijke opzet van de ranke staanders en de constructie als geheel enigszins (ze staan niet overal recht onder de kruising).
  • De stalen vensters en deuren, zowel aan het exterieur als in het interieur. Zowel wat betreft materiaalgebruik als vanwege de rankheid van het staalwerk, zijn deze karakteristiek voor de wederopbouwperiode.
  • De Franse balkons, inclusief stalen balustrades. Dit geldt ook voor de hekwerken aan de Broerstraat.
  • De hoofdtrap, zowel wat betreft materiaalgebruik (beton) als esthetica (zigzag-balustrades) en relatie tot de achtergevel (Franse balkons op bordesniveau). De onderste trapvlucht is al gesloopt.
  • De betonnen noodtrap met ijzerwerk, inclusief de integraal bij de bouw gestorte trapkoker.
  • De opzet van de forse dakkoepels op het vijflaags volume. De koepels zelf zijn niet meer oorspronkelijk.

 

Stedenbouw

 

Het Van der Werffpand is gelegen in de Broerstraat, de straat die bij de wederopbouw werd aangemerkt als de primaire winkelstraat en die voor het overgrote deel bestaat uit (woon-)winkelpanden uit de periode 1945-1965. Het Van der Werffpand is opgezet als verbijzondering van de hoeklocatie Broerstraat-Plein 1944. Deze opzet van markante volumes op de hoeken van de straten is kenmerkend voor Nijmegen en met name op deze locatie, waar de Broerstraat door twee straten wordt gekruist en iedere hoek door een bijzonder volume wordt gemarkeerd. Hierbij speelt met name de interactie met het schuin tegenover geplaatste, door Pouderoyen ontworpen Van Harenpand (hoek Broerstraat-Pauwelstraat) een belangrijke rol: beide volumes hebben overeenkomstige architectonische uitgangspunten, maar hebben niettemin een geheel eigen identiteit. Het Van der Werffgebouw heeft door haar specifieke ligging in feite drie Schauseiten, elk met een geheel eigen identiteit. Het pand en in het bijzonder de toren, dragen in hoge mate bij aan de belevingswaarde (en kwaliteit) van het Van der Werffpand. Dit geldt ook nog na de recente ontwikkelingen (hoogbouw) op en rond Plein 1944.