Wagenschuur en wijnkelders hotel Kraijesteijn - landgoed Rosendael

Wagenschuur hotel Kraijesteijn, landgoed kasteel Rosendael, Rozendaal, bouwhistorisch onderzoek rijksmonument

Wagenschuur en wijnkelders landgoed Rosendael

Beekhuizenseweg 1a Rozendaal

Rijksmonument

 

Opdrachtgever

Commerciële partij

 

Uitvoering

Bouwhistorisch onderzoek

 

2020


Opmaat

Aan de Beekhuizenseweg ligt, verscholen achter een aarden wal, het in 1910-1913 gebouwde Beekhuizenseweg 1a. Het betreft een wagenschuur (wagenschuur en paardenstal), horende bij het in 2007 gesloopte hotel Rosendael (voorheen hotel Kraijesteijn). De wagenschuur maakt deel uit van de buitenplaats Rosendael. Het volume is, als onderdeel van de buitenplaats, aangewezen als rijksmonument en in het register ingeschreven onder nummer 528483 (complexnummer buitenplaats: 528473). In verband met de beoogde ontwikkeling van het terrein waarop de wagenschuur zich bevindt, wenst de eigenaar inzicht te krijgen in de cultuur- en bouwhistorische waarden van het volume. Op verzoek van de eigenaar zijn ook de wijnkelders, die meteen ten zuidwesten van de wagenschuur zijn gelegen, in het onderzoek meegenomen.

 

Wagenschuur

De wagenschuur ligt binnen de contouren van de buitenplaats Rosendael. Het maakt deel uit van een aantal kleinschalige volumes die aan het begin van de twintigste eeuw door baron Van Pallandt werden gebouwd op de Smidsberg, rondom het in 1838 door baron Torck gebouwde hotel. 

 

De wagenschuur werd in 1910-1913, ter vervanging van een grotere schuur met stallen, gebouwd als bijgebouw van hotel Kraijesteijn. Doordat het hotel is gesloopt en is vervangen door een (op zichzelf staand) appartementencomplex, is de primaire historische context van de wagenschuur verdwenen. De wagenschuur is in haar huidige verschijningsvorm kenmerkend voor de architectuur die vanaf circa 1910 in Nederland in trek raakt. Deze nieuw-historiserende stijl, waar diverse invloeden uit zowel het Nederlandse verleden als uit het buitenland worden samengebracht tot een geheel eigen stijl, wordt vanaf het begin van de eeuw door architecten als J.A. Hanrath en J.Th. Cuypers op grote schaal toegepast bij nieuwe landhuizen, villa’s en hun bijgebouwen. Kenmerkende elementen zijn de vensters met veelruits bovenlichten, geplaatst onder kunststenen latei en de hoge trasramen in een paarsrode kleur die wordt afgesloten door een kopse rollaag. Als zodanig is de wagenschuur representatief voor de periode waarin ze is gebouwd.

 

Het exterieur van de wagenschuur is, zowel wat betreft opstand als de nog aanwezige vensters en deuren, met uitzondering van de vergroting van de poort in de achtergevel gaaf behouden en geeft inzicht in de hiërarchie tussen en de functie van beide volumes. Het interieur van de wagenschuur bestaat uit twee onverdeelde, open vertrekken. Beide volumes zijn samengevoegd middels een grote doorbraak, de vloeren zijn vernieuwd en de oude inrichting van zowel de stal als de wagenschuur zijn verdwenen. Hoewel op de verdieping nog herkenbaar is dat er boven de wagenschuur een woonruimte was ingericht, is de huidige uitmonstering en materialisatie naoorlogs. De specifieke, aan de functie verbonden inrichting, is verdwenen.

 

Wijnkelders

 

Ten oosten van de wagenschuur staat een woonhuis. Dit volume dateert uit 1904, maar is in 1962 ingrijpend verbouwd. Het volume heeft geen status. Meteen ten oosten van dit woonhuis bevinden zich enkele negentiende-eeuwse wijnkelders. Er is sprake van twee kelderruimtes. De oudste kelder is terug te voeren tot circa 1860 en ligt volledig weggewerkt in de glooiing van het landschap. Aan het begin van de twintigste is aan de noordzijde een kelder toegevoegd, geplaatst onder een troggengewelf met stalen liggers. Het vloerniveau van deze ruimte ligt ietwat hoger en aan de buitenzijde is de kelder herkenbaar aan de lage opbouw onder zadeldak. De wijnkelders zijn bereikbaar via een deur in de aanbouw van het hiervoor genoemde woonhuis. De wijnkelders zijn opgericht door Abraham Kraijesteijn, uitbater van het hotel. Al vrij snel nadat hij zich op Rosendael vestigde, richtte hij een wijnhandel op. Hiervoor liet hij niet alleen de wijnkelder aanleggen, maar bouwde hij ook een proeflokaal. Dit proeflokaal stond op de locatie van het voormalige woonhuis en is op enkele oude foto’s nog zichtbaar. De wijnkelders zijn, inclusief de wijnrekken, gaaf behouden en hebben een hoge typologische waarde omdat ze zijn gebouwd voor één specifiek doel, namelijk de opslag van de wijn die door de hotelier, Abraham Kraijesteijn (en zijn erven), over een periode van zo’n 100 jaar vanaf de buitenplaats werd verhandeld.