Weijerpark
Boxmeer
Geen status
Uitvoering
Cultuurhistorisch onderzoek
2020
Ten noordoosten van het centrum van Boxmeer ligt het Weijerpark. Dit grote park vormt een groene oase binnen de stedelijke bebouwing die in de tweede helft van de vorige eeuw in snel tempo is gegroeid. Het park is in haar huidige opzet aangelegd in 2003. De geschiedenis van de locatie en het gebruik als park gaat echter terug tot ten minste de achttiende eeuw. Sindsdien is de aanleg met regelmaat gewijzigd. Het park is vernoemd naar Huis de Weijer. Dit huis, dat vanaf 1874 als klooster fungeert, is vandaag de dag nog behouden. Het vormt het hart van het cultureel centrum De Weijer.
Het oorspronkelijke kloostergebouw is aangewezen als rijksmonument. In 2004 is deze bescherming uitgebreid met de diverse vooroorlogse kloostervolumes. Het park is niet in de beschrijving opgenomen en is ook niet als een op zichzelf staand monument aangewezen. In het bestemmingsplan Boxmeer Centrum (2013), is het park aangeduid met de enkelbestemming ‘groen’. Binnen het bestemmingsplan geniet het park geen bescherming (niet aangewezen met dubbelbestemming ‘waarde-cultuurhistorie’) en is het ook niet beschreven in de cultuurhistorische paragraaf in de toelichting.
De Weijer
Het Weijerpark wordt in hoofdlijnen gevormd door twee eeuwenoude hoven, welke waren gelieerd aan het kasteel van Boxmeer: De Weijer en De Elzendonck. Oorspronkelijk was sprake van één geheel, maar rond 1600 werd het goed gesplitst. Aan het begin van de zeventiende eeuw wordt het eerste ‘steenen huys’ gebouwd (de twee parallel aan elkaar gelegen volumes, zichtbaar vanaf de De Raetsingel). Gedurende de achttiende eeuw wordt De Weijer bewoond door de familie De Raet. In 1719 breiden zij het huis uit en ontstaat de huidige U-vormige hoofdopzet (westelijke voorpand later vervangen door een kapel). Het oudere steenen huys blijft hierbij behouden. Later in de eeuw wordt meteen ten westen en noorden van het huis een lusttuin aangelegd. In de negentiende eeuw wordt een deel van het huis verhuurd en wordt een (succesvolle) school opgericht. De onderwijzer weet later het hele huis te bemachtigen. Na zijn overlijden wordt het huis in 1874 verkocht aan een kloosterorde, de Zusters van Jezus, Maria en Jozef, welke hier een school en verzorgingstehuis gaan voeren. De school begint in de bestaande bebouwing. Vanaf de jaren zeventig wordt er echter op grote schaal uitgebreid. In 1872 wordt de zuidwestelijke pandhof deels afgebroken en aangepast tot kapel. In 1878-1879 volgde de bouw van een oudemannen- en vrouwenhuis (gesloopt: stond ten oosten van de nog aanwezige oostelijke pandhof, langs de gracht) en in 1890 een Lagere School voor meisjes (niet meer aanwezig). Het nog bestaande grote U-vormige schoolvolume werd gebouwd in 1902. In 1927 werd de nog bestaande bewaarschool voor meisjes gebouwd, welke in 1939 met een verdieping werd opgehoogd. Verder werd in de jaren dertig de huidige kapel gerealiseerd, in 1935 de schoolvleugel met refter langs de westelijke grachtarm opgetrokken en in dezelfde periode wordt een (alweer gesloopte) ULO-school voor meisjes gebouwd, welke langs de zuidelijke grachtarm lag. Rechts van dit ULO-gebouw lag tot slot nog een in de periode 1955-1965 gebouwd schoolgebouw, gebouwd in een voor die periode karakteristieke Shake-handsarchitectuur. In 1938 komen de zusters ook in het bezit van het huis en bijbehorende park van de Elzendonck. In de jaren zeventig begint binnen de congregatie de vergrijzing toe te slaan. De Boxmeerse gemeenteraad besluit in 1972 om de Weijer te kopen en om een nieuw bejaardenhuis te bouwen ter vervanging van het oude gesticht. Dit nieuwe complex wordt in 1972 voltooid en bevond zich ten noorden van het Weijerpark. De destijds gebouwde behuizing is recent weer gesloopt en vervangen door hoogbouw. De Weijer wordt door de gemeente herbestemd tot cultureel centrum. In de loop van de jaren worden diverse kloostergebouwen gesloopt en bijgebouwd. Tot de nieuwbouw behoren de theaterzaal uit 1992.
De Elzendonck
Hoewel niet met zekerheid te stellen, is het aannemelijk dat na de splitsing van het hof rond 1600 ook bij de Elzendonck een huis wordt gebouwd. In de zeventiende eeuw komt ook de Elzendonck in bezit van de familie De Raet en wordt een nieuw huis gebouwd. Dit huis is op diverse oude foto’s nog zichtbaar. Het huis bevindt zich op een omgracht eiland. Ten oosten van het huis werd een geometrische tuin aangelegd, ten noordoosten werd een wandelbos aangelegd. Het nog bewaarde gebleven tuinplan wordt gedateerd rond 1750. Dit zou betekenen dat er sprake was van een voor Nederlandse begrippen zeer vroeg voorbeeld van een wandelbos in landschappelijke (Engelse) stijl. Of dit park ook daadwerkelijk is gerealiseerd zoals weergegeven op het tuinplan, is onbekend. Vandaag de dag is er in ieder geval niets meer aanwezig dat refereert aan dit plan en ook op negentiende-eeuws beeldmateriaal is sprake van een andere aanleg. Aan de hand van topografisch kaartmateriaal kan worden geconcludeerd dat aan het eind van de negentiende eeuw een nieuwe parkaanleg wordt gerealiseerd. De diagonaal lopende eikenlaan die nu nog aanwezig is en het beeldbepalende element van de huidige aanleg vormt, dateert uit deze periode.
Ontwikkelingen in het park
De Elzendonck wordt in 1938 gekocht door het klooster en vrij kort daarna (ondanks eerdere belofte om het huis te behouden) gesloopt en iets ten oosten wordt de nog bestaande school gebouwd. Nadien is de inrichting van het park meerdere keren nog ingrijpend gewijzigd. De historische waterwerken en de diagonale eikenlaan hebben hierbij telkens als uitgangspunt gediend. De grootste aanpassing aan het park vindt plaats in 2003. Dan wordt nagenoeg het gehele park gerooid en ontstaat de huidige aanleg. Alleen de eikenlaan, het grachtenstelsel en enkele solitaire (en clusters) bomen blijven bij deze rigoureuze ingreep behouden.